Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt
(1676)–Anoniem Hemelschen Parnassus-bergh, met verscheyde sang-dichten betuynt– Auteursrechtvrij
[pagina 119]
| |
Sonder u onderstandt
Valt ons de reys te swaer.
Den Vyandt boos, en fel,
Die soeckt ons te verderven,
Als eertijdts Jezabel
Eliam heeft getracht,
Die in soo swaren noodt
Godts hulp niet en kost derven,
Waer wierdt gespijst met broodt,
En kreegh wêer nieuwe kracht.
O Jesu! bly Gesant
Van Godt ons toegesonden,
Die in dit ballinck-landt
Uw Dienaers spijst, en voedt
| |
[pagina 120]
| |
Met levend' Hemels-Broodt
Voor krancken, en gesonden,
Een Teyr-spijs tot de doodt,
Die ons weer leven doet.
Goeden Samaritaen,
Die ons op weg' komt vinden,
Eer wy verloren gaen,
En van de doodt bevrijdt:
Met Olie, Zalf, en Wijn
Ons Wonden komt verbinden.
En spijst om vroom te zijn
Oock in den laetsten strijdt.
Geeft dat wy door dees spijs
Versterckt eens vry geraecken,
| |
[pagina 121]
| |
Ten eynde van ons reys
Tot 's Hemels Vaderlandt;
En mogen daar onthaelt
Ons eeuwiglijck vermaecken,
Daer arbeydt wordt betaelt,
En onrust uytgebant.
|
|