De Geldersche nachtegaal(1870)–Anoniem Geldersche nachtegaal, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Volkslied. Geen teedre maagd zal ooit haar hand Den eerelooze bieden Die in den nood het vaderland, Lafhartig durft ontvlieden. Maar hij, die 't moedig voor wil staan, Schenkt liefde alleen belooning, Vergoed al 't geen hij heeft gedaan Voor Vaderland en Koning, bis. 2[regelnummer] Wie is voor 't dierbaar land beducht, Waar moed het hart doet gloeijen Waar eendragt zweeft in ieder zucht, En alles zaâm doet vloeijen, Voor 't geen wij thans uit trouw bestaan Biedt welvaart eens belooning, Daar aller harten vurig slaan Voor Vaderland en Koning. bis. [pagina 43] [p. 43] 3[regelnummer] Hoe angstig sloeg het moederhart, Door troost niet op te beuren, Toen zij het kind gebaard met smart, Naar 't moordtooneel zag sleuren; Komt nu het afscheid duur te staan, De vrouw vindt eens belooning, Daar dappre zonen strijden gaan, Voor Vaderland en Koning. bis. 4[regelnummer] Geen oorlogsroem verbasterd de aard, Der trouwe Nederland'ren, Maar zucht of erf en eigen haard, Verbindt ons aan elkand'ren, En sneuv'len wij in 't groots bestaan, Hoe zoet is die belooning, Te sterven op den heldenbaan, Voor Vaderland en Koning. bis. 5[regelnummer] Mogt ook het hart met heimelijk wee, Om vriend en broeder scheiden, Het voert zijn teed're zuchten meê, Waar God hem zal geleiden. De liefde vlecht de laauwren aan, De eed'le tot belooning, Die moedig in den dood durft gaan, Voor Vaderland en Koning. bis. Ja, kunnen wij ook slechts ons bloed, Aan 't land ter offer brengen, Dan is ons zelfs het denkbeeld zoet, Om onverzaagd te plengen, Het wijfjen is zich zelf vernaân, En 't offer vindt belooning, 't Is edel alles af te staan, Voor Vaderland en Koning. bis. [pagina 44] [p. 44] 7[regelnummer] Ja, zegen God dien ed'le strijd, Hij zal het staal bestieren, En doe aan pligt en deugd gewijd De menschheid zegevieren; En brengen wij ook alles aan, Het offer vindt belooning, De algoedheid kondigt zegen aan, Voor Vaderland en Koning, bis Vorige Volgende