Floraa's bloemkorfje, of Bundeltje van nieuwe zangstukjes, voor Neerlandsch jeugd(ca. 1790)–Anoniem Floraa's bloemkorfje, of Bundeltje van nieuwe zangstukjes, voor Neerlandsch jeugd– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Zang. De vergenoegde huisvrouw. Stem: Avec les jeux dan le village. Mag imand op genoegen roemen, Ik ben het, die dat heil geniet. Ik kan myn zelf gelukkig noemen, Ik weet van rampspoet, noch verdriet. Ik heb een Echtgenoot verkreegen, Die my oprecht en teer bemind; Die in myn blydschap, aller wegen, Zyn vreugd en welbehagen vind. Nooit knorrig altoos wel te vreeden, Verpligtend door gedienstigheid, Doet hy my steeds op roosjes treeden, Die zyne liefde voor myn spreid; Moet hy my slegts één uur verlaaten. [pagina 10] [p. 10] ô! Dan is ons dat uur een dag. Wie zou ooit zulk een Huwlyk haten, Als ons tesaam verëenen mag! 'k Mag reeds een aartig wichtje streelen, Dat ik, uit onze trouw genoot, 'k Zie met dat wicht myn hartvriend speelen Wanneer het darteld op myn schoot; Dan kust hy 't kindje, dan de Moeder. Geen harten zyn ooit in den Echt, Vernoegder, liefderyker, goeder, Of ooit opregter saam gehegt. Het Meisje dat nog onverbonden, In volle vryheid leven mag. Wensch ik, die 't nu heb ondervonden, Geen mindtren blyden Bruilofts dag. Den vryen Staat is steets te roemen, En dikwils 't Huwlyk vol van smart; Doch, ik kan my gelukkig noemen; Leef vroolyk, met een dankbaar hart. Koomt Meisjes wild niet langer draalen, Word gy opregt en trouw bemind, Laat uwe minnaars zegepraalen; Bekroont de wenschen van uw Vrind; [pagina 11] [p. 11] Maar wild ook trouw, uw pligt betragten: Verëend de Huwlyks min met deugd; Zoo staat U ook myn heil te wagten, En gy smaakt reine liefde vreugd. Vorige Volgende