Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden

CXXXIV. Op Jezus Begrafenis.

1.

Uw Heiland wordt in 't graf geborgen,

Deez' aard ontvangt Hem in haar' schoot;

En, Christen! zoudt gij dan nog zorgen,

Nog angstig zijn voor graf en dood?

2.

Hij, voor uw schuld aan 't kruis gestorven,

Nam ook den vloek der zond' in 't graf:

Zoo is u 't leven weêr verworven,

Zoo sterft g' ook eens der zonden af.

3.

Hier rust Hij uit van al zijn lijden,

Hier eindigt al zijn smaad en schand';

Zoo aanstonds volgt de kroon op 't strijden,

Zijn geest is reeds in 's Vaders hand.

[p. 252]

 

4.

 

Dit graf houdt Hem niet lang geborgen,

 

Wat zegel ook den grafsteen sluit';

 

Hij wacht slechts tot den derden morgen,

 

En stapt dan als verwinnaar uit.

 

 

 

5.

 

Nu zal u 't graf ten rustbed strekken;

 

Haast, Christen! breekt die morgen aan,

 

Dat Jezus zelf ook u zal wekken,

 

En gij voor eeuwig op zult staan.