Op een dag zegt Vader: ‘We gaan van onze tuin een groente tuin maken,’ en Vader en Moeder beginnen samen het grasveld om te spitten, en als dat klaar is worden er aardappelen op gezet.
Het lijkt wel of ze een wedstrijd houden, Miek, Joop en Riek zijn erg nieuwsgierig hoe die aardappelen gezaaid worden, maar Vader zegt dat er gewoon kleine aardappeltjes in de grond worden gestopt, en dat uit ieder aardappeltje een plant groeit, en dat iedere plant wel 10 of 20 nieuwe aardappelen maakt.
Riek heeft al een emmertje aardappels uit de keuken gehaald, en Joop wil ook spitten, en Moeder vindt dat ze allemaal erg in de weg lopen. ‘Weet je wat’, zegt ze. ‘Gaan jullie ieder je eigen tuintje omspitten, dan mogen jullie ook wat planten, en dan mogen jullie zelf kiezen wat.’