Aaloude en hedendaagsche scheeps-bouw en bestier(1970)–Nicolaas Witsen– Auteursrechtelijk beschermdArchitectura navalis et regimen nauticum Inhoudsopgave Aan den leezer. Honori Illustris viri & nobilissimi Jurisconsulti, Consultissimi Reip. Amsterlodamensis Senatoris, Nicolai Witsenii, Navium regimen & ornatum commentati. Libens Meritoque posuit Samuel Tennulius, Magnificus Noviomagensis universitatis Rector & Professor. Elegia, In Eximium De re Navali veterum & hodiernâ commentarium, D. Nicolai Witsii, J.V.D. & Senatoris Amstelodamensis praetantissimi. Op den Bouw en Bestiering der Scheepen, Beschreeven door den weledelen wyzen Heer Nikolaas Witsen, Raad van Amsterdam. Op het zeer voortreffelyk Boek van den Edelen, achtbaren Heere Mr. Nikolaas Witsen, Op het voortreffelyk Werk, Genaamt Scheeps-bouw en Bestier, van den Edelen, Gestrengen en Achtbaren Heer Nikolaes Witsen, Oud Burgermeester en Raad der Stad Amsterdam, Gecommitteerde Raad van de Ed. Groot Moog: Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, en Gedeputeerde te velde. Viro Nobilissimo & Amplissimo, Nicolao Witsenio, Reipublicae Amsterodamensis Senatori gravissimo S.P.D. Johannes Georgius Graevius. Aaloude en Hedendaaghsche scheeps-bouw en bestier, Beschreeven door Nicolaes Witsen. Eerste Hooftstuk. Wie eerst Scheepen bouwde; en in 't algemein van het Scheeps-bouwen der Ouden. Tweede Hooftstuk. Scheeps-timmeren der oude Grieken en Romeinen, zoo ten kryg als ten koop-handel: stellen der riem-reien. Derde Hooftstuk. Onderscheidelyke geslachten van Scheepen der Ouden en voornaamelyk van de groote Scheepen, die Philopater en Hiero oprechten. Vierde Hooftstuk. Scheepen, om hun zonderlyk gebruik, in ongemeene aanmerkinge. Vyfde Hooftstuk. Hoe men by oudts al groote Vlooten uitgerust, en verre Schip-vaarten aangereght heeft. Zeste Hooftstuk. Wat d'Ouden waargenoomen hebben in 't bouwen van hunne Scheepen: hoe zy die toetakelden, en vercierden. Zevende Hooftstuk. Toestandt van het Scheeps-timmeren, na den val des Roomschen gebiedt. Wyze van den Scheeps-bouw voor anderhalve eeuwe. Achtste Hooftstuk. Hoe men hedendaaghs Scheepen bouwt. Negende Hooftstuk. Evenmatige grootheit van Scheeps leden; mitsgaders eenige byzondere Scheeps Certers. Tiende Hooftstuk. Anker-wigt, maat en schikking. Toestandt van het Touw; midtsgaders hare even-matige grootte en zwaarte in 't algemein, en van eenige Scheepen in 't byzonder. Maat van Masten, en Zeilen, zoo in 't byzonder aan ons Schip, als in 't algemein aan onderscheidene Scheepen, en hoe men die best ter windtvang stelt, wiskonstelyk bewezen. Elfde Hooftstuk. Hoe men de Scheeps-deelen vervolgens t' zamen zet. Twaalfde Hooftstuk. Maat en Certers eeniger Zee-scheepen, van andere gedaante en gebruik als hier voor zyn opgehaalt. Dertiende Hooftstuk. Binnelants-vaarders. Scheepen van ongemeene gestalte. Hoe men hout keuren zal, en des zelfs aart. Benamingen en verbeeldtzels aller werk-tuigen daar men Scheepen mede bouwt. Veertiende Hooftstuk. Van Galeyen. Vyftiende Hooftstuk. Evenmatigheden omtrent de Scheeps-bouw in Engelandt en Vrankryk gebruikelyk, waar by het verschil in den onderlingen bouw werdt bespeurt, aanvangende met de Fransche, zoo als zulks uit Schryveren dier tonge getoogen, en zelve by ondervindinge in eigener plaatze ter loops hebbe geleert. Zestiende Hooftstuk. Handelende van het Indiaansch Vaar-tuigh. Zeventiende Hooftstuk. Wiskonstige betooginge, van hoe veel water tegen de Scheeps-zyden rust. Scheeps-meetingen. Achtiende Hooftstuk. Verklaringe der gestalte veeler Scheeps-deelen. Negentiende Hooftstuk. Van de losse Werk-tuigen te scheep. Aaloude en Hedendaaghsche Scheeps-bouw en bestier, Tweede Deel: Behelzende het bestier der Scheepen, zoo van oudts als te deezer tydt. Beschreeven door Nicolaes Witsen. Eerste Hooftstuk. Bestier der Scheepen, en scheepelingen, zoo als het zelve in voorige tyden by de Grieken en Romeinen in gebruik is geweest. Tweede Hooftstuk. Nederlandts Scheeps-bestier, op Scheepen van oorlogh. Derde Hooftstuk. Bestier op Koopvaardy-scheepen. Wat nut de Scheeps-bouw geeft. Scheeps-daden. Haven-bouw. Vierde Hooftstuk. Verklaringen van Scheeps spreek-woorden, en verscheiden eigene benamingen. Bladt - wyzer.