Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. Deel 4 JAC-NYV

(1823)–P.G. Witsen Geysbeek– rechtenstatus


[Klaas Kolyn] Kolyn (Klaas). Lang heeft men de Rijmchronijk, uitgegeven op den naam van dezen voorgewenden Egmonder monnik voor een echt stuk gehouden. De geleerde z.h. alewijn schreef ter goeder trouw geschied- en taalkundige aanmerkingen op dezelve Ga naar voetnoot1; doch wagenaar bewees de verdichting van deze chronijk zoo voldingend Ga naar voetnoot2, dat
[pagina 96]
niemand het letterkundig bedrog meer in twijfel trekt. De Heer van wyn heeft veel wetenswaardigs deswegens aangeteekend Ga naar voetnoot1.	voetnoot1 Nieuwe Bydragen tot opbouw der Vaderlandsche Letterkunde, II Deel, bl. 1. voetnoot2 Toets der Rymchronyke van k. kolyn. Werken van de Maatschappy der Ned. Letterk. te Leyden, III Deel, bl. 201. voetnoot1 Hist. Avondstonden, bl. 142 en volgg.