Oude Vlaemsche liederen
(1848)–J.F. Willems– Auteursrechtvrij
[pagina 296]
| |
2
Ik sey: schoon lief wy moeten knielen,
Roosen aen mijn hoedeken:
Ick hoop het sal ons wel gelieven,
Roosen, enz.
3
Ick sey: schoon lief wy moeten kussen,
Roosen aen mijn hoedeken,
Ick hoop het sal ons wel gelukken,
Roosen, enz.
4
Ick sey: schoon lief gy dient my niet,
Roosen aen mijn hoedeken,
Al benje wat zwart gy smet my niet,
Roosen, enz.
5
Ick sey: schoon lief wy moeten scheyden,
Roosen aen mijn hoedeken.
Ick hoop 't sal ons wel geleyden,
Roosen, enz.
[Haerlems Oudt Liedt-boeck, bl. 84.] |
|