eters gezeten moeten
zijn, vóór de pan tusschen hen in staat. De pan, inderdaad; versierd met een
bonten keukendoek. Bouillabaisse is een rustiek gerecht.
Ook hier is de Provençaalsche traditie meestal anders: men schikt daar sneden
even geroosterd fluitbrood in een schotel en giet er de soep over, de visch
wordt afzonderlijk opgediend. Wie het zoo verkiest doe het zoo!
Het is echter wel zoo aangenaam de volledige Bouillabaisse op tafel te hebben,
voor het opdienen nog eens flink met gehakte peterselie bestrooid, en ieder naar
zijn keuze van visch en soep te voorzien.
In een royale bui kan men de Bouillabaisse verrijken met kleinen kreeft - in
stukken verdeeld. Koopt men deze klaar en gaar, dan gaat hij eerst op het laatst
in de soep, genoeg tijd om flink heet te worden. Bescheidener huisvrouwen mogen
hier de mossel niet versmaden.
De kokskunst van de Bouillabaisse begint met de kokerij; men moet kokenden
vischbouillon of water klaar hebben, zoo fel mogelijk vuur geven, de rest van de
visch op het juiste moment toevoegen, en zeer heet opdoen. Vijftien tot achttien
minuten is de ware tijd, iets meer, iets minder. Op zeker oogenblik ziet men de
olijfolie als zelfstandige zelfstandigheid verdwijnen en de soep binden. Dat
slaagt niet altijd precies; maal er niet om - een ander maal beter - en kook er
niet langer om: Bouillabaisse mag nooit of te nimmer vischpap zijn!
Bouillabaisse maken vraagt een zekere kordaatheid en handigheid, en gasten die
niet bevreesd zijn voor een teentje knoflook. Alles wat het snel aan den kook
maken bevorderen kan, dient benut te worden: men geve dus b.v. een paar seconden
vol vuur eer de kokende vischbouillon wordt toegevoegd, etc. etc.
Een groote verscheidendheid van visch is een van de aantrekkelijkheden der
Bouillabaisse, maar men kan de soep zoo eenvoudig en rijk maken als men wil.
Ze bestaat in ongetelde soorten langs de geheele kust van de Golf van Biscaye tot
het Suezkanaal, en