Democritische Tafelliedjes
(1822)–Adriaan Loosjes, Jan van Walré– Auteursrechtvrij
[pagina 42]
| |
[pagina 43]
| |
Als na 't genot van spijzen;
Door Oost en West gekruid,
De geurge wolkjes rijzen
Ten mond en pijpkop uit;
En onder 't vrolijk drinken
Van menig' handels-tak,
Doe ieder 't loflied klinken,} tweem.
Varinas! uw' Tabak.} tweem.
Geen Amersfoortsche knasser,
Noch viesch Kentucky-bogt,
(Goed voor den dronken brasser,
Aan wansmaak als verkocht)
Moge immer walging brouwen,
(Al duldt hen mannentong)
Aan meisjes, noch aan vrouwen,} tweem.
Zoo teêr van neus en long.} tweem.
| |
[pagina 44]
| |
Den stuggen letterzwoeger,
Tabak! verruimt gij 't hoofd,
En de armelijke ploeger,
Van arbeid algesloofd,
Van vrouw en kind omgeven,
Steekt vrolijk 't pijpjen aan;
En voelt de kracht herleven,} tweem.
Om weêr aan 't werk te gaan.} tweem.
Het Curaçausch sigaartje,
Bij 't glaasje goeden wijn,
Moet boven 't pruimentaartje,
Door ons gekozen zijn:
Het zal geen maag verzuren,
Maar streelen hart en zin;
En tegen twalef uren,} tweem.
Slaapt ieder vrolijk in.} tweem.
| |
[pagina 45]
| |
Maar wie niet houdt van smoken,
Om, 'k weet niet, welke reên,
Loop', als wij destig rooken,
Voor 't scheidingsuur, niet heen:
Ligt dat hem meer 't karotje,
Dan 't Goudsche pijpje past:
Ga dan zijn neus bij 't potje} tweem.
Van Duinkerk vrij te gast.} tweem.
Tabak! wie u moog' smaden,
Of u verkwisting noemt,
Mag ik me aan u verzaden,
Geen die dan meer u roemt!
't Verfranschte meisje, of fatje,
Zette u een' viezen neus,
Het echt Varinas matje} tweem.
Is Hollands oude keus!} tweem.
|
|