Ketters. Veertien eeuwen kettergeloof, volksbeweging en kettergericht
(1982)–Theun de Vries– Auteursrechtelijk beschermd17 De kruistocht tegen de AlbigenzenDe beruchte kruistocht tegen de Albigenzen had zijn voorlopers. Al in 1179 probeerde paus Alexander iii zo'n kruistocht op gang te brengen, onder plechtige beloften van twee jaar aflaat en eeuwige hemelse verlossing voor iedere deelnemer. Het schoon vooruitzicht kon niet wegnemen dat er zich weinig liefhebbers meldden. Ze verwoestten hier en daar rond Albi enig gebied en gingen weer naar huis. Paus Lucius iii probeerde het opnieuw: vanuit een synode te Verona (1184) gelastte hij de uitroeiing van ‘diverse ketterse sekten’. Behalve dat hij verbeurdverklaring van het ketterbezit voorschreef en de ketters tot ‘eeuwige eerloosheid’ veroordeelde, riep hij ook op de katholieke kerkhoven te zuiveren van de stoffelijke resten van gestorven ketters. Wat hij verwacht had - dat de ketters naar de wapens zouden grijpen, zodat men ze met overmacht fysiek zou kunnen vernietigen - gebeurde niet, ondanks de steun die de paus bij voorbaat kreeg toegezegd van Frederik Barbarossa, de befaamde keizer uit het huis van de Hohenstaufen. Men zou de ketters derhalve in hun eigen holen moeten opzoeken...Ga naar voetnoot2 In Innocentius iii, paus geworden in 1198, kreeg de Kerk een opperhoofd vol energie en werkkracht. Hij reglementeerde de wereld als een soort supermonarch, sloot bondgenootschappen, vermaande, excommuniceerde en terroriseerde door zijn boodschappers en legaten de westelijke heersers als dat hem nodig leek. Haat jegens elke vorm van heterodoxie was een van de drijfveren van zijn bewind. Pogingen om ook nu weer door het zenden van bijzondere afgezanten naar de Languedoc een dam op te werpen tegen de vloed van het Katharisme liepen als ettelijke voorgaande op niets uit. Een tweede missie onder de gehate, doortastende cisterciënzer Pierre de Castelnau mislukte evenzeer. Castelnau dwong de consuls van Toulouse tegen hun zin tot de eed om het katholieke geloof onder alle omstandigheden te beschermen, een belofte waaraan in de praktijk geen gevolg werd gegeven. Castelnau wist hierna op een bijeenkomst van geestelijken en wereldheren, waaronder koning Peter ii van Aragon, een formele vervloeking van het Katharisme te bereiken. Maar ook dit bleef formaliteit: de katholieke clerus zelf was bang voor de snel ontvlambare wrok van de bevolking. De paus versterkte zijn maatregelen door Castelnau en zijn medewerker pater Raoul totale volmachten te geven om tegen de ketters op te treden. Het was het begin van een stelselmatige bestrijding van de ketterijen, waarvan de uitvoering mettertijd aan de dominicanen werd toevertrouwd, en wel door middel van de uitzonderingstribunalen der Inquisitie.Ga naar voetnoot3 | |
[pagina 205]
| |
De orde van de dominicanen was ontstaan in de strijd tegen het Katharisme. In het jaar 1206 kwam de Spaanse bisschop Diego, terugkerend uit Rome, door Zuid-Frankrijk en stuitte aldaar op de ketterij. Hij was vergezeld door de onderprior van zijn kerk, Dominicus de Guzman. Zij waren ontdaan over de tegenslagen van de pauselijke legaten die zij ontmoetten. Dominicus (geb. 1170), ten diepste verknocht aan Kerk en pausdom, besloot de wapens van de ketters tegen hen zelf te keren. Eenvoud en apostolische armoede mochten geen privilege blijven van de Katharen of andere dwaalgeesten. De katholieke geestelijkheid moest de verloren invloed terugwinnen door terugkeer tot de oudste christelijke deugden. Dominicus ried ook Castelnau aan om groot vertoon en rijk gewaad af te leggen (waartoe de zendbode van de paus niet kon besluiten) en trok zelf door heel de Languedoc als een predikbroeder, barrevoets, in het ruwste habijt, met inachtneming van armoede, vastenlijden en ontberingen; tot de laatste behoorde niet zijn voorliefde voor gesprekken met jonge vrouwen.Ga naar voetnoot1 Hij disputeerde met de Katharen, hij riep de vromen op om de ketters te verjagen; de heiligenlegende schrijft hem bij dit werk (en anderszins) allerlei wonderen toe. Maar ook Dominicus slaagde in eerste instantie niet, waar al zovelen hadden gefaald. Zijn missie liep uit op het stichten van de ‘bedelorde’ der predikheren, de dominicanen (soms als scheldnaam gebruikt: 's Heren (Domini) speurhonden (canes)), die niet de zegen van Innocentius, maar wel die van zijn opvolger Honorius iii hebben verkregen (1216). De orde die rechtstreeks verantwoording schuldig was aan de pauselijke stoel werd in 1227 door Paus Gregorius ix belast met de totale kettervervolging. Haar embleem was een hond met een brandende fakkel in de bek. De eerste verbranding van ketters in Rome werd als gruwelijk symbool voltrokken voor het portaal van de Maria Maggiore.Ga naar voetnoot2 Wat Dominicus sindsdien voor de Kerk presteerde, werd hem al dertien jaar na zijn dood vergolden: in 1234 werd hij heilig verklaard. Castelnau had na zijn eerste mislukking niet stilgezeten; hij trachtte de hoge adel van Zuid-Frankrijk onder graaf Raymond vi saam te smeden tot een ketterbestraffende macht, maar ook Raymond ontdook weer de pogingen van de legaat om zich te laten gebruiken. Het gevolg was een woedend twistgesprek tussen legaat en werelds vorst. Kort na die confrontatie werd Castelnau op weg naar Rome bij het oversteken van de Rhône door een onbekende vermoord. Het algemeen gevoelen was dat de moordenaar tot het gevolg van Raymond vi behoorde.Ga naar voetnoot3 Intussen had paus Innocentius iii de beslissende stap gezet en opgeroepen tot de kruistocht tegen de ‘Albigenzen’, maar nu groots en grimmig opgezet. Innocentius was, gelijk gezegd, een man van gaven, auteur onder andere van een informatief werk Over de verachting van de wereld en de misère van de mens. Hij zag als intelligent theoloog hoe gruwelijk de gevolgen van de ‘erfzonde’ onder het mensdom woekerden. Hij beschreef zelfs met grote eerlijkheid de toestand van de nederigsten en uitgebuiten als de vloek van de knechtschap. Maar hij was tegelijkertijd paus, zich bewust van zijn machtige positie. Hij noemde zich bij voorkeur ‘stedehouder Christi op aarde’, een waardigheid tussen die van God en mensen in.Ga naar voetnoot4 De kruistocht tegen de Albigenzen was niet de eerste waartoe hij opriep. Al in 1204 had hij het initiatief genomen tot de vierde kruistocht tegen de Turken die was uitgelopen op de brute verkrachting en onderwerping van Constantinopel | |
[pagina 206]
| |
en het orthodoxe geloof door de Latijnen (zie pag. 172). Innocentius had ook deridders van de Duitse Orde opgejaagd tot de bekering van de heidense Slaven, lees: tot de verovering van de Baltische gebieden. Nu kwam het door ketterij verpeste Zuid-Frankrijk aan de beurt. De herder der christenheid liet er geen twijfel over bestaan wat hij met deze kruistocht bedoelde: ‘Soldaten van Christus, sta op! Roei deze goddeloosheid uit met alle middelen die God u verschaft [...] Pak de ketters harder aan dan de Saracenen, want ze zijn veel slechter! Wat graaf Raymond [van Toulouse] betreft [...] jaag hem en zijn aanhangers uit hun kastelen, neem hun de landerijen af zodat rechtgelovige katholieken de bezittingen van de ketters aan zich kunnen trekken!’ Aldus enkele zinsneden uit Innocentius' manifest.Ga naar voetnoot1 De Franse koning Filips 11 Augustus, zwaar verwikkeld in zijn oorlog met de Engelsen, had er eerst niet veel voor gevoeld de grote vazallen in het Zuiden tegen zich in het harnas te jagen. Hij had dan ook maar aan een beperkt aantal Noordfranse baronnen (die even vurig haakten naar geestelijke verdienste als naar wereldse buit) toegestaan om 's pausen oproep te volgen. De moord op Castelnau bracht hem op andere gedachten, vooral omdat zijn ridderschap al ongeduldiger stond te trappelen. Een leider was ook al gevonden: Simon de Montfort, die als kleine edelman tegelijk graaf van Leicester was geworden door zijn huwelijk met de Leicesterse erfdochter. De nieuwe pauselijke legaat, Arnald de Citeaux, riep de kruisvaarders in 1208 bijeen. In dat jaar begon de langste van de ketteroorlogen. Het was, zoals hiervoor uiteengezet, de oorlog van Noordfranse landhonger en ruwere beschaving tegen de Zuidfranse civilisatie.Ga naar voetnoot2 Er waren steden in Zuid-Frankrijk die ware ketterforten konden worden genoemd. De Katharen hadden de toevlucht tot grote kastelen, inzonderheid tot Montségur dat hun door de ketterse edelman Raymond de Perelle volledig ter beschikking was gesteld, en wel namens de vorstin Esclarmonde de Foix, die als een Kathaarse heilige werd beschouwd. Simon de Montfort had besloten dat de kruistocht een grootse verovering zou worden. De Zuidfranse adel stond voor een dilemma: moest men landen en positie redden door mee te doen aan het bestrijden van de ketters, moest men de ketterij juist openlijk steunen en de kruisvaarders uit het Noorden weerstaan? Er was geen eenheid onder hen, al haatten zij stuk voor stuk de naderende indringers. Het ergst was graaf Raymond vi er aan toe. Hij zag geen andere oplossing dan zich tot goed zoon van de Kerk te verklaren en zijn bereidheid te doen blijken om mee te doen aan de kruistocht. Hij vond nog een zeker uitstel door, vóór de strijd goed en wel losbarstte, met zijn zoon naar Rome te reizen voor een gesprek met de paus. De pauselijke legaat had Simon de Montfort inmiddels aangespoord zich meester te maken van Raymonds bezittingen en titels. Het graafschap van Béziers was het eerste gebied waar de Noordfranse kruisvaarders onder plundering en massamoord binnendrongen (1209). Berucht geworden is de uitspraak van een tweede pauselijke legaat, Amalric, op de vraag van sommige kruisvaarders hoe men goede christenen en ketters van elkaar kon onderscheiden: ‘Sla ze allemaal dood! God kent de zijnen!’Ga naar voetnoot3 Na de val van de stad Carcassonne verklaarde Simon de Montfort zich ook hier heer en meester. De ketters, die in het naburig kasteel Minerva waren gevlucht en zich hadden overgegeven op beding van vrije aftocht, | |
[pagina 207]
| |
Simon de Montfort, leider van de kruistocht tegen de Albigenzen. Fantasieportret uit de zeventiende eeuw.
| |
[pagina 208]
| |
werden op last van Montfort afgeslacht, waarbij Arnald de Citeaux niet tussenbeide kwam. De paus huiverde nog korte tijd terug voor wat de gruwelijke gevolgen van de inval konden worden, maar in 1211 gaf hij de Noordfranse baronnen de vrije hand voor de totale oorlog. Toen Raymond vi onverrichterzake uit Rome terugkwam, vond hij in koning Peter van Aragon een bondgenoot die hem wilde helpen de opmars van de Noordfransen te stuiten. Hun bondgenootschap werd versterkt door andere Provençaalse vorsten, de graven van Foix en Comminges. De Katharen kregen korte tijd meer lucht en durfden weer te prediken. In de slag van Muret (1211) werd hun hoop op bevrijding door de legers van de Noordfranse heren vernietigd. Hun tegenstanders waren meedogenloos, voor anderen en voor zichzelf. Had ook nu de pauselijke legaat niet voor de veldslag uitgeroepen: ‘Ik zal uw getuige zijn op de dag van het Laatste Oordeel, dat al wie sneuvelt in deze glorieuze strijd zijn eeuwig loon en de roem van het martelaarschap zonder de pijnen van het vagevuur zal ontvangen’?Ga naar voetnoot1 Peter van Aragon sneuvelde, de graven van Foix en Toulouse vluchtten naar het door de Engelsen bezette Franse gebied. Paus Innocentius had opnieuw last van zijn geweten. Het optreden van Simon de Montfort en's mans successen zinden hem slecht. Er kwam een groots opgezet Lateraans concilie (1215) waarop de heerschappen uit Zuid-Frankrijk zich verzoenden met de Kerk, uiteraard op belofte het Katharisme te zullen liquideren. Innocentius was er nu niet meer voor de graven van Toulouse en anderen hun grondgebied en waardigheid af te nemen - een ‘raad van Achitofel’ die hem door Simon de Montfort cum suis zeer kwalijk werd genomen. De nieuwe veroveraar, wiens machtshonger onstilbaar was geworden, bracht in zijn ontevredenheid over de buit die hem tenslotte toeviel opnieuw aanzienlijke strijdkrachten tegen de Provençalen in het veld. Hij wilde te veel. Bij het beleg van Toulouse (1218) werd hij dodelijk getroffen door een steen uit een blijde die door vrouwen werd bediend - ‘en de steen ging recht naar de plek waar dat nodig was’, namelijk zijn helm en het daarin zittende hoofd.Ga naar voetnoot2 |
|