Alle de gedichten. Deel 1(1662)–Jan Vos– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 166] [p. 166] Mevrouw Maria Overlander, Gemaalin van den Eed. Heer Burgermeester Kok, &c. Dus toont Maria zich, door 't maalen der penseelen. Begeert gy d'eedle deugdt, het loffelyk verstandt, En 't liefelyk gemoedt, drie goddelyke deelen, Die zy omhelst, te zien? zoo zoekt van Purmerlandt In geen vergulde lyst: maar by haar huisgenooten. De gaaven worden in geen schildery beslooten. Vorige Volgende