De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
(1935)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 645]
| |
Ter Bruilofte van den E. Bruidegom Michiel Blok
| |
[pagina 646]
| |
Het hoogh beleit was oirzaek vanGa naar voetnoot22
't Gezegent huwelijxgespan,Ga naar voetnoot23
Volvoert door Godts bestieren.
25[regelnummer]
Gelijk de zon de vorst ontdoit,
Het dorre lant met lover toit
En telge, in elk geweste;
Met kracht en lieflijkheit het groen
Te voorschijn brengt in zijn zaisoen;
30[regelnummer]
Zoo wort, tot 's menschdoms beste,Ga naar voetnoot30
Door 't gloeien van oprechte min
De minnaer en zijn bedtvriendin
Gezegent. geene tyen
Verdelgen 't menschelijk geslacht.
35[regelnummer]
De stammen bloeien in hun kracht,
Door d'afkomst, zoet op vryen.Ga naar voetnoot36
Het stoutste hart legt zijn geweerGa naar voetnoot37
Voor 's huwlijks troon gebuigzaem neêr,Ga naar voetnoot38
En smilt, als wasch door 't straelenGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
Van dezen liefelijken brant.
De helt biet wapenloos de hant
Zijn gade en kust de kraelenGa naar voetnoot42
Van haeren opgeloken mont,
Verbint in 't eeuwigh trouverbont
45[regelnummer]
Zich zelven, en zijn zinnen,
Hoe wuft die weiden, zonder toom.Ga naar voetnoot46
Hy neemt dit juk op in dien droom.Ga naar voetnoot47
Geen zachter juk dan 't minnen.
Een orden ingewijdt van Godt,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Uitreiker van een ieders lot,
Een orden, aengeprezen
Ter bruiloft van Godts majesteit,Ga naar voetnoot52
Door zijne tegenwoordigheit,Ga naar voetnoot53
En 't wonderwerk, bewezen
55[regelnummer]
Ten troost van bruidegom en bruit,
Stapt met dees hantvest fier vooruit,Ga naar voetnoot56
En helpt Godts akker bouwen,Ga naar voetnoot57
| |
[pagina 647]
| |
Op 't spoor der oud'ren, nimmer moe.
Geen nazaet geeft den voorzaet toeGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
In trouwen, en hertrouwen.
Zoo won de blaekende Michiel
Alide, zijne halve ziel,
Door kracht van trouwe liefde.
Nu trout de wellekome vreught
65[regelnummer]
Zijn blijde jeught aen haere deught,
Die hem zoo minzaem griefde.Ga naar voetnoot66
Gy speelnoots, zingt met blijde keel
't Gelukkigh paer naer 't bruitsprieel.Ga naar voetnoot68
Ay, zietze treckebekken,
70[regelnummer]
Als duiven, op dien bruiloftszangk.
Gelieven duurt dees wijs te langk.Ga naar voetnoot71
't Is tijdt dat wy vertrekken.Ga naar voetnoot72
M DC LVIII.
|
|