vrouw, waar het gevonden is, herkenbaar doordat
het paste op de rest van de andere helft. Hij kreeg 3 weken bunker, twee keer
per week op water en brood, en een permanent rookverbod. Wordt hij rokende
aangetroffen, dan wordt hem 1 rantsoen brood ingehouden. Hij moet het gestolene
vergoeden, hij moet verhuizen en het vonnis wordt publiek gemaakt. Abel was
aanklager, en liet duidelijk uitkomen hoe erg het is twee dagen geen brood te
hebben. Het was een waardige vertoning en de Duitsers, heel correct, hebben zich
nergens in gemengd. Dasberg, die ik vanmorgen in het waslokaal sprak, blijkt in
z'n jeugd natuurlyriek geschreven te hebben, toen hij wegens tb in een
sanatorium lag. Hij was ermee opgehouden, omdat hij eens zijn werk aan een
criticus stuurde, en ten antwoord kreeg: ‘Geachte mejuffrouw Dasberg...’ Hij
deelt mijn mening over Wintervoet, (vandaag hoorde ik toevallig,
dat deze te Tröbitz gestorven is, met zijn vrouw. Zijn werk is verloren
gegaan) de ‘patentdichter’ die met alle geweld over joodse onderwerpen
moet schrijven. Ook dit valt me van hem (die de zoon is van een rabbijn) mee.
Hij benadert heel dicht het ideaal van een leider: hij is één dier weinigen, die
ambitie paren aan geschiktheid. Wanneer hem zijn zwak gestel geen parten speelt,
kan hij veel goed doen en ik ben er trots op die man gekend te hebben. Dit lijkt
op een lijkrede, god geve dat het er geen wordt. Abel valt me ook niet tegen, en
ik had al een hoge dunk van hem.
Landauer wil me 1 uur per dag lesgeven; jammer dat het geen analyse kan worden,
omdat datgene wat P. van hem gezegd heeft, eenmaal - zoals 't behoort -
overgebracht, hun verstandhouding niet ten goede zou komen. Vandaag was het heel
interessant, al heeft hij de lastige gewoonte stof voor een kwartier tot een uur
uit te dijen.
De vrouw van mijn chef, G. (een aap), is literair geïnteresseerd. Niet daarom,
maar omdat ze familie van V. is, zal ik haar