Atonaal
(1951)–Simon Vinkenoog– Auteursrecht onbekendBloemlezing uit de gedichten van Hans Andreus, Remco Campert, Hugo Claus [en anderen]
[pagina 75]
| |
[pagina 76]
| |
Het proefondervindelijk gedicht
De zoeker naar de aard van een gedicht en
van den gedichts dichter
hij zal doof zijn voor het ijlingse
loven en laken van modejager & modeverguizer
de dichter hij eet de tijd op
de beleefde tijd
de toekomende tijd
hij oordeelt niet maar deelt mede
van dat waarvan hij deelgenoot is
mijn gedichten zijn gevormd
door mijn gehoor
en door de bewondering voor
en de verwantschap met
friedrich hölderlinGa naar voetnoot* & hans arpGa naar voetnoot*
de tijd der eenzijdige bewegingen is voorbij
daarom de proefondervindelijke poezie is een zee
aan de mond van al die rivieren
die wij eens namen gaven als
dadaGa naar voetnoot** (dat geen naam is)
en
daar dan zijn wij damp
niemand meer rubriceert
| |
[pagina 77]
| |
vrolijk babylon waarin ik
met mijn tongklak als een behaarde
schotel met een scheiding woon
ik ben zo verwonderd overwon
derlijk kinderlijk
ik mij petergrad lucas poolsdoof corejan
mal als mary wigman en veeg
teken als el greco
leef ik met de vertakte crapeaux
met de beboste weezees in de gekielhaalde
rookgordijnen van begoochelde fotoos
van de naaiekkere folls
9000 m hoge wierook
daar ben ik
boven ben ik
op ben ik
vaag vleselijk daarbovenop leef ik
met 10 maniakken in mijn rechterhand en 13 in
mijn breintuin lekker bros en beweeggeluk
goed als god
gespierd als spaanse peper
goed als god bestiert
zijn bloedeigen land zijn vrome
en zijn diepe bodem
het teder sodom en 't vrolijk babylon
| |
[pagina 78]
| |
Romeinse elehymne
wit en licht ligt mijn geest op de maan
als mijn lijf op de goudschaal der zon
van de zuil van de nacht kraait de haan
als de taal van de donkre kolom mijner tong
ei en oer in de dans van het zaad
straalt de mens - hij kent de pijl hij kent de boog
ben ik de jacht ben ik de jager van de laat
op land gebrachte ziel - zij staat gehoor zij staat gevangen in mijn oog
o dans als de lopende borst van genot
leng mij mijn ijlte pijlen - vlug van getal en van droom
tis in volt van het vuur of in stilt van het steen
dat gij rust als de vrucht als de vondeling god
| |
[pagina 79]
| |
Wambos
Van rozenhout en snijkunst
nog geuren en kraken de treurige tuinen
de tijd een teng van molm en zweet
beeft murmelt en prevelt
nu leeft en nu zaait sneltastend
stenen vuur met al zijn hoornen
vrouwelijk en manlijk opwaarts
wankelende goed en kwaad gewillig
gaat hij tussen onverschillig alle
wateren der rust
zeggen kunnen vanuit hun nesten
de poppen ik heb dorst & honger
vorstelijk verschijnt de vader
van zijn arbeidsveld nog stoffig
er is bidden en beginnen
en amen en opstaan
maar niet gaan samen ja en nee en niet
de honger baart het lam een lamzak
zo zie toe hoe
vroom vogels de lucht versnijden
een vlees van geest van zout
ook dat ootmoedig en onmachtig
het hart aan huilen hangt
als een trap aan een dak
| |
[pagina 80]
| |
Sachsen
ik a classic
ik dronk de deur open
de deur het rode water
waarvan wij zo vaak samen droomden
ook jij maoni
met 30 dolzinnige ogen onder een voorhoofd
pauwogen pijnlijk open
jij hield niet van beeldhouwershanden onthouden
heuvels en dalen nee en zelfs geen schaduwen
toen wij een rode oto kogten
en naar gross magdenburg reden
daarna in de elmerstrasse ontvouwde jij je kaarten
een staalkaart van stenen appelen
en op de platz de morello-kapelle speelde
weisse schatten ja en sehr reizvoll
wei yes studentensnelle blikken over alle gebreken
globale van de Globe
afwisslend en waar als heuvels en dalen
is het niet waar fredrich?
|
|