Christelyke gezangen
(1669)–Hendrik Uilenbroek– Auteursrechtvrij
[pagina 24]
| |
Op de wijze: Iesu die uws gedachtig is. Of van den 100. Psalm.O Heer wie kan uw loff naa waerd’
Betrachten, hier op deze aerd’?
Onz’ hert en tong is onbequaam,
Om recht te prijzen uwen Naam.
2. Nochtans de ziele poogt en tracht;
Na uwen lof met alle kracht,
Tot uwe eer en dankbaarheit,
Maakt ons door uwen Geest bereidt!
3. Wy zullen uwe goedigheit,
Aan ons onwaerdig toegeleidt,
Erkennen met een lof-gezang;
En dienen uw ons leven lang.
4. Wy lagen in de zonden doodt,
Van alle goedt berooft en bloot;
By ons was geene hulp noch raadt;
Ach! hoe elendig was dien staat!
5. Uw recht Heer! eyschte ons ter straf;
Den vloek sneedt al de hope af:
Wy hadden ach! zoo zwaar misdaan,
Wy scheenen alle te vergaan.
| |
[pagina 25]
| |
6. Maar uwe liefde over groot
Die niet begeert des zondaars doodt.
En uw genade pleit ons vry,
Dus gink de toornigheit voorby.
7. Gy zeyde tot uw eygen Zoon!
Daal neder uyt des Hemels Troon,
Lege af uw glans en Majesteyt,
En brengt den mensch tot zaligheyt.
8. Wordt gy voor hare schulden Borg,
Draagt voor de arme zondaars zorg,
Maak gy de vree met my en haar,
Als een verzoenend Middelaar!
9. O lieve Iezus! hoe bereyd?
Quaamt gy op d’aerd’ in nedrigheit,
En naamt op uw al onze schuldt;
Gy hebt voor ons Gods recht vervult.
10. Gy gaaft uw duurbaar herten bloedt,
Waar door gy onze zonden voedt,
En leedt de alderwreedste doodt,
Ons te verlossen uit den noodt.
11. O grootste liefde die men vondt!
Gy maakt met ons een trouw-verbondt;
Wy zijn uw volk, uw deel, en lot;
Gy onzen Konink, Heer, en Godt!
12. Gy geeft aan ons een liefde-pandt,
De teekens van zoo nauwen bandt
Ontfangen wy aan uwen dis;
Tot onze Troosts-gedachtenis.
| |
[pagina 26]
| |
13. Ontfangt dan weer tot dankbaarheyt.
Een ziel’, gewillig en bereidt;
Tot uwen dienst, genadig’ Heer!
Uw zy alleen den lof en eer.
|
|