De schadt-kiste der philosophen ende poeten(1621)–Jan Thieullier– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 171] [p. 171] Nievw liedeken; op de wyse: O Heer wanneer sal comen een vred'samich nieuwe jaer. HOort Hercules valiandich, Doet hier v sterckheyt minioot, Brenght Pompeus verstandich Ter eeren ons Nympha groot, Die nu cranck leyt totter doot, Momus, Midas, Zoylus snoot Maecken haer van eere bloot. Comt stercken Mylo veirdich, Met v vuyst verslaet den stier, Comt Musen seer eerweirdich, En laet niet de Peoen schier, Doet oock hulp den Lauwerier, Swack in Rethorica fier, Doet troost die verlanghen hier. Comt Pallas wilt ons stercken, Brenght Minerua tot een trou, Laet teghens v niet wercken Aragne de boose vrou, VVant Rethorica heeft rou, Comt by haer, en weest niet schou, Vertroost dees Maghet heel flou. Comt Mercuri grootdadich, Brenght Apollo wel bedacht, Orpheus speelt oock ghestadich Op v instrumenten sacht, Rethorica nu verwacht V hermony dach en nacht, Om Argus doot Io lacht. Prince. Ghy en moet niet vergeten Vrania wel ghemoet, Polymnia laet weten Als een Princesse seer vroet, Dat sy haer schatten op doet Van wijsheden net en goet, Op dat Rethorica vloet. Bedwinght v Tonghe. Vorige Volgende