De negerslaven in de kolonie Suriname
(1842)–Marten Douwes Teenstra– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eerste hoofdstuk.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 3]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De hoofdstad en ook de eenige stad der kolonie is Paramaribo, liggende 4 uren binnen Bramspunt, aan den linker oever der rivier Suriname. Het hoofdfort is Nieuw Amsterdam, liggende op de bovenwaartsche punt bij de zamenvloeijing der Commewijne en de Surinaamsche rivier; de overige fortjes en batterijen liggen aan deze en gene rivieren, kreeken, de zeekust en het cordon verspreid. De bevolking der kolonie bestaat hoofdzakelijk uit Negerslaven; de oorspronkelijke bewoners dezer kolonie zijn Indianen, welke bij de inbezitneming der kolonie door de blanken in de bosschen teruggedreven zijn; een zacht en goedaardig volk, hetwelk van de jagt en visscherij leeft en op zandritsen van het hooge woud in pinahutten, gedekt met palmbladen, woont. Be blanken bestaan uit een zamenmengsel van natien, taal, kleur, godsdienst, zeden en gewoonten, en zijn de eigenlijke beheerschers, en, zoo zij zich noemen, grondeigenaars van het land, ofschoon de Indianen met meer regt zeggen, dat hun den grond en den blanken de huizen toekomen. Van de vermenging der blanken met de zwarten is een tusschenras ontstaan, welke men kleurlingen noemt, die wederom, naar de verschillende lichtheid en donkerheid der kleur, verschillende namen hebben; welke klasse meer en meer ook door onderlinge vereeniging in talrijkheid toenemende is. Volgens de laatste globale opgave is de kolonie bevolkt met, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Paramaribo telt ongeveer 15000 inwoners, waaronder 8500 slaven, ter bediening van 6500 vrije personen; onder welke laatste ongeveer 1200 Joden zijn, 2000 blanken, 3000 kleurlingen en 10000 Negers. De sterkte van het garnizoen is, alles bij elkander gerekend, op de onderscheidene posten nog geen 600 man, welke meest alle vreemdelingen zijn, Duitschers, Belgen, enz. De uitvoer van de kolonie Suriname bestaat (naar een deswege geplaatste tabel in de Surinaamsche Almanak voor het jaar 1834), over het jaar 1832, in de ondervolgende producten: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Behalve het bovenstaande, hetwelk uitsluitend naar de Nederlanden, in 66 scheepsladingen, uitgevoerd is, doordien de kolonie geene vrije haven heeft, is er nog door 36 Noord - Amerikaansche schepen naar de vrije Staten uitgevoerd 739,195 gallons malassie. Dit zou eene globale waarde hebben naar deze prijzen:
Ook in de kolonie Suriname zelve is de consumtie van dram en malassie zeer aanzienlijk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een plantaadje van 200 koppen slaven deelt maandelijks uit: 48 gallons malassie. 50 gallons dram. Dat is over 40,000 plantaadje-slaven: 9,600 gallons malassie, en 10,000 gallons dram iedere maand. Op de suikerplantaadjen rekent men de man-negers op één gallon dram per maand; op koffij- en katoenplantaadjen half zoo veel. De vrouwen hebben op alle plantaadjen eene gallon malassie per maand. In 1829 bedroeg de waarde van de uitgevoerde producten 2,600,000, zoodat wij de gemiddelde waarde op 2 ½ millioenen guldens zullen stellen; terwijl zich de waarde van de ingevoerde artikelen uit Noord-Amerika en de Nederlanden moeijelijk laat bepalen, doch deze is zeer aanmerkelijk, zoodat het zuivere provenu slechts eenige weinige personen in Nederland bevoorregt, daar de kolonie zelve van jaar tot jaar meer verarmt, en ook de cultuur steeds afneemt. Over de oorzaken van verval en de middelen van herstel zullen wij thans niet uitweiden; het eerste vrage men aan de Heeren Directeuren van fondsen van negotiatie in Nederland, en de Administrateuren van plantaadjen in Suriname, terwijl de middelen van herstel niet in de herstelling van den slavenhandel, maar in het afschaffen der slavernij en tirannij, en het bevorderen van landverhuizing van vrije personen naar derwaarts moet worden gezocht. Suriname, met zulke schoone bevaarbare rivieren | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doorsneden, langs welke zulke buitengemeen vruchtbare kleilanden zich uitstrekken, tegenwoordig voor een vogelzang in de schaduw van hooge bosschen verloren en vergeten, onuitputbare landen, die te vergeefs eene geringe bewerking vragen, om den arbeid zoo mildelijk te beloonen, is in wasdom veel zegenrijker dan Noord-Amerika, terwijl aan de breede rivier Coppename duizenden van bunders land, nu geheel onbewoond en rijk van edelsoortig timmerhout, in cultuur zouden kunnen worden gebragt. |
|