XVIII J. Deutz aan Swellengrebel,
's-Gravenhage 9.5.1782Ga naar voetnoot1.
Wel Edel Geboore Heer
Ik vleije mij, dat wel ten goede houden zult de vrijheid, die hier mede neme, om uwe gedachten te vragen, over ene zaak, die niet nalaat van aangeleegenhijt te wezen voor ons Vaderland.
Zult Uw mogelik herinneren, dat te samen gesprooken hebben, over de redressen, die ter verbeetering van de Caap souden kunnen plaats hebben. De Heer Fiscaal V. der Hoop,Ga naar voetnoot2. en mij, is voorgekomen in onze qualiteit als Directeuren van Suriname,Ga naar voetnoot3. dat er mogelijk ene Communicatie tuschen beide colonien sou kunnen geopend worden, die voor de ene zo wel als de andere even voordeelig wesen sou.
Suriname heeft gebrek aan meel, wijn etc. etc. die van de Caap souden kunnen toegevoerd werden, suiker, coffij, cacao etc. sou men in de plaats kunnen geven, en zo zulks niet voldoende was, souden de schepen na ons Vaderland door kunnen vaaren, om ijzer etc. daar 't meeste gebrek aan is in te nemen.
Deze zijn de speculatien, die aan 't hoekje van den haard gemaakt hebben, 't staat aan UWEdGb., die op de plaats zelve geweest is, om te beoordeelen, of dezelve souden kunnen gerealiseerd worden.
Ik moet hier nog bij voegen, dat gesprooken hebben met een van Heeren Bewindhebberen, die de grootste influentie in de Directie heeft, en teffens op zig genomen, om zo ras daar een plan van geformeerd hadden, 't zelve ten eersten aan Gouverneur en Raaden om bericht, over te zenden, uijt hoofde van ene Commissie, die hem voor dit Jaar gedemandeert is, en misschien toekomende Jaar geen plaats zal hebben.
Ik heb vergeeten te zeggen, dat 't meest thans door de N. Americaanen word toegevoerd,Ga naar voetnoot4. zo dat men hier te lande daardoor geene schade lijden