Tweede deel der mengelzangen
(1695)–Cornelis Sweerts– Auteursrechtvrij
[pagina 49]
| |
[pagina 50]
| |
Maar ik acht het niet
buyten zinnen
Als de
Liefde in de
reden be - staet. staet
| |
[pagina 51]
| |
Zou het niet gantsch on-
redelyk zyn
Datmen het eelste der
schoonheid liet varen?
Als die de
herten ontvonkt om te
paren? En ons doet
lyden een zoete pyn?
| |
[pagina 52]
| |
1.
Kan men niet wys zijn en beminnen,
Zoo werd de Liefde van my gehaat;
Maar ik acht het niet buyten zinnen,
Als de Liefde in de reden bestaat.
Zou het niet gants onredelijk zijn
Datmen het eelste der schoonheid liet varen,
Als die de herten ontvonkt om te paren,
En ons doet lyden een zoete pyn?
|
|