Tenslotte nam de schaker Pang A Tjok in 1945 op Curaçao deel aan een toernooi en eindigde op de tweede plaats.
In de maand augustus 1945 namen enige schakers het goede voornemen om één of meer verenigingen te vormen voor de beoefening van dit edele spel. In die dagen waren er wel enige goede schakers, maar ze waren niet bij een groep aangesloten. Deze heren namen het initiatief een concours te houden voor het kampioenschap van Suriname, waarbij in 2 klassen zou worden gespeeld. Dit toernooi zou de geschiedenis in gaan als de eerste Surinaamse landsschaakkampioenschap. Initiatiefnemers waren de heren Richinel Markus, Alfred Soares en Leedz.
In november 1945 werd een comité gevormd dat tot doel had het organiseren van kampioenschappen voor Suriname, welke een jaarlijkse terugkerende evenement moest worden. Het comité bestond uit de volgende leden: Ds. C.A. Paaps (voorzitter), V.A. Heymans (secretaris), L.A. Kanteman (penningmeester) en de leden Adriaan de Vries, pater C. Donicie, A.L.P. Smit, J. Morpurgo, J. Pengel en H.C. Axwijk.
De openingswedstrijden vonden op donderdag 6 december 1945 om 19.30 uur in de militaire cantine in Fort Zeelandia plaats. Er waren 16 deelnemers, verdeeld in twee klassen.
In de klasse A bekampten de gevorderden elkaar, terwijl in de klasse B de minder gevorderden tegen elkaar uitkwamen.
In de klasse A kwamen tegen elkaar uit Bloem, Headly, Adelaar, L. Kanteman, Baltus Jessurun, Esser, Markus en A. Soares.
In de klasse B kwamen tegen elkaar uit E. Pengel, Ticoaloe, A. Pengel, Raillard, Mesquita en Jordaan.
Aangetekend dient te worden dat de heer Ticoaloe een hier gestationeerde Indiase marinier was. De eerste Surinaamse schaakkampioen werd Baltus Jessurun.
De heer Jessurun vertrok niet lang daarna naar Nederland en heeft hierdoor zijn titel niet kunnen verdedigen, maar het schaken is hij trouw gebleven. In een sterke Utrechtse club speelde hij in de hoofdklasse nog zijn partijtje mee.
Op initiatief van Dr. J.H.E. Ferrier en door bemiddeling van O & O (later Dienst Welzijnzorg) werd het mogelijk dat grootmeester Max Euwe in 1946 naar Suriname kwam. Max Euwe was in de periode 1935-1937 wereldkampioen schaken. Hij gaf hier een tweetal simultaanseances in Het Park. Dit bezoek stimuleerde onze schakers dusdanig dat aan de stilstand op schaakgebied een einde kwam. Op 30 november 1946 werd de ingeslapen schaakvereniging ‘Paramaribo’ onder een nieuw bestuur tot nieuw leven gewekt. De opleving op schaakgebied werkte krachtig door.
Eén van de eerste daden van het nieuw bestuur onder voorzitterschap van de heer L. Kanteman was voor de vereniging rechtspersoonlijkheid aan te vragen.
Paramaribo zou het schaakleven voor lange tijd gaan bepalen in Suriname.
In 1947 werden, onder voorzitterschap van J.H.C. Vrijer, de kampioenschappen door deze vereniging georganiseerd. Ook op ander terrein deed deze vereniging actief werk; bekend waren in die jaren de radiolezingen over schaken door de heer Gerold Febis. Behalve de kampioenschappen werden ook enige malen bekerwedstrijden georganiseerd en wel voor de eerste keer in 1949. Het was toen Ir. J.v.d. Meulen die kort tevoren uit Nederland was gekomen en zich dadelijk onder de sterkste spelers rangschikte, door de beker te veroveren. In 1950 werd Richinel Markus de bekerwinnaar en in 1951 C. de Boer.
Gedurende deze jaren werd er ook contact gehouden met het schaakleven buiten Suriname. Zo waren onze schakers enige jaren aangesloten bij de West-Indische Schaakbond, die haar zetel had op Curaçao. Door de grote afstand en de soms trage correspondentie liet de samenwerking echter wel te wensen over.
Op woensdag 19 april 1948 speelde de heer A. Soares, kampioen van Suriname, een internationale partij tegen de heer Elsio Hudson, clubkampioen 1947 en 1948 van Curaçao. De Surinaamse kampioen won in 50 zetten de partij.
Om het contact met de buitenwereld te verbeteren, werden naar verscheidene fondsen gezocht. Deze verbetering werd verkregen na het tweede bezoek van Dr. Max Euwe aan ons land in 1949, toen hij na zijn Argentijnse toernooi op doorreis ook hier enkele simultaan-voorstellingen gaf.
Een aardig voorval tijdens één van deze wedstrijden mag nog vermeld worden. Het was de heer F. van Dijk die bij het opstellen van de stukken tot de ontdekking kwam dat er een paard ontbrak aan de stukken waarmee de simultaanspeler moest spelen.
Wat nu? In allerijl werd Dr. Euwe hiervan op de hoogte gebracht.
‘Wel’ zei deze ‘Ik zal dan aan uw bord met een paard minder spelen’. F. van Dijk speelde remise.
mise.
Aan Dr. Euwe werden de moeilijkheden van internationaal contact voorgelegd en door diens bemiddeling werd het toen mogelijk, dat onze spelers zich rechtstreeks bij de KNSB konden aansluiten.
Ieder maand werd toen het tijdschrift van de KNSB ontvangen, zodat de schakers hun theoretische kennis konden verhogen.
Een groot gebeuren in 1950 was de komst van de Mexicaanse grootmeester Señor Reno Pratt, kampioen van Mexico, naar Suriname.
Op donderdag 23 november 1950 speelde hij een simultaanseance met 29 tegenstanders. Hij won hiervan 23, speelde 3 remise en wel tegen de heren Smit, E. Malm en C. de Boer. Hij verloor van M. Bonse, F. van Dijk en J. van de Meulen.
Aangetekend dient te worden dat de heer Pratt erg langzaam speelde en vele Surinamers hierdoor vermoeide. Het gevolg was dat de heer Pratt enkele wedstrijden cadeau kreeg, daar de Surinamers ondanks hun betere spelpositie hun partijen opgaven. Om 16.30 uur startte deze simultaan en het duurde ruim acht uren.
Op vrijdag 25 november 1950 kwam de Mexicaanse