trede in de sport vond. Het gevolg was dat de Katholieke Sport Centrale de katholieke voetbalverenigingen bevoordeelde (zie Sporthelden uit ons verleden - Guno Hoen).
In 1921 was het de heer Walther Hewitt die zich interesseerde voor de Cultuurtuinlaan. Hij inspireerde dr. E. Snellen, die toen directeur was van Landbouw om aldaar een sportterrein aan te leggen. Onder leiding van de heer Hewitt legden arbeiders toen dat sportterrein aan. (zie Walther Hewitt).
De kosten voor de aanleg werden geraamd op 10 duizend gulden en dankzij het initiatief en inzicht van de heer Hewitt, gesteund door dr. E. Snellen, speelde hij het klaar met Sf. 9.600,00 op tafel te komen.
In 1922 sloot het Surinaamse Sportcomité (SSC) een overeenkomst met de overheid, waarbij het sportterrein in de Cultuurtuinlaan werd afgestaan aan het SSC. (zie voetbal).
Dit sportterrein werd ‘Het huis van de neutralen’ genoemd, wat inhield dat het bestemd was voor clubs die niet dogmatisch en niet-fanatiek katholiek waren (zie Sporthelden uit ons verleden - Guno Hoen).
Op 29 juli 1923 werd door gouverneur Heemstra (1921-1928), in aanwezigheid van ongeveer 2400 mensen, het terrein in de ‘Cul’ geopend. De opening geschiedde als volgt:
Omstreeks 16.45 u. kwam gouverneur Heemstra aan en werd het Wilhelmus ingezet en medegezongen door de leden van Jong Elto. Toen volgde een demonstratie; onder leiding van een marechaussee trokken de verschillende verenigingen met het hoofd links gericht langs de tribune van de gouverneur.
Vertegenwoordigd waren een tiental voetbal-, drie korfbal-, vijf gymnastiek- en enkele cricketverenigingen. Na de rondgang stelden al die verenigingen zich op voor de gouverneursloge. De heer Simons, voorzitter van het SSC en gouverneur Heemstra kwamen toen aan het woord. Na de officiële toasten volgden spelen van verschillende gymnastiekverenigingen namelijk Thesos, Tonido, Uni en Wilhelmina.
Op zondag 5 augustus 1923 werden de eerste voetbalwedstrijden georganiseerd. De resultaten waren als volgt:
Transvaal |
- Juliana |
2-0 |
Voorwaarts |
- Excelsior |
1-1 |
Olympia |
- UDI |
5-0 |
Tonido |
- Vlaamse Leeuw |
1-0 |
In juni 1952 kreeg John Zeegelaar, die in zijn jongere jaren doelverdediger van Spes Patriae is geweest, de toewijzing voor de bouw van het voetbalstadion in de Cul, daar hij het minste bedrag vroeg voor de bouw en wel Sf. 175.000,00 gulden.
Rond augustus 1953 werd het bouwwerk opgeleverd en voor de opening zou er een internationale sportweek worden georganiseerd, waarbij voetbal-, wielren- en atletiekwedstrijden afgedraaid zouden worden.
De moeilijkheden tussen de voetbalbond enerzijds en de atletiekbond en de wielerbond anderzijds begonnen op maandag 24 augustus 1953 toen bekend werd dat de Surinaamse Voetbal Bond bepaald had dat er geen gelegenheid werd gegeven om te oefenen in het stadion. Men ging zelfs zover door te zeggen dat zowel de wielrenners als de atleten zich zouden terugtrekken indien het bestuur van de SVB niet op haar besluit terugkwam. Een delegatie onder leiding van de heer Emanuels, voorzitter van de wielerbond, begaf zich naar de heer Emile de la Fuente, voorzitter van de SVB, om deze zaak te bespreken. De voorzitter van de SVB deelde de pers mede dat de heer Emanuels hem de vorige week verteld had dat door de wielrenners vanaf maandag 24 augustus geen oefening meer zouden worden gehouden en mede op grond hiervan had de SVB het besluit genomen de poorten van het stadion te sluiten.
Voorzitter Emanuels zei evenwel dat hij bedoeld had ‘oefenen in verband’ doch hij oordeelde het wel nodig dat de wielrenners en atleten zich individueel zo lang mogelijk fit hielden. De heer la Fuente deelde toen mee dat uitsluitend die wielrenners en atleten tot donderdag 27 augustus toegang tot het stadion zou worden verschaft die een toegangskaart toonden. De uren waarop geoefend werd waren 's morgens van 5.00-6.30 u. en 's middags van 17.30-18.30 u.
Het probleem tussen de SVB enerzijds en de SAB en de SWB anderzijds was hiermee niet opgelost, het probleem was gecompliceerder. Zo mochten de voetballers van het nationaal elftal gratis het stadion binnentreden tijdens alle atletiek- en wielrenwedstrijden; bovendien mochten zij ook iemand (hun dame) meenemen. Men eiste daarom ook dat de wielrenners en atleten tot alle 6 voetbalwedstrijden gratis toegang kregen. De SVB was hier tegen.
Eén der aanwezigen stelde dan voor de wielrenners en atleten tot slechts één voetbalwedstrijd gratis toegang te verschaffen. Dit voorstel viel bij de voorzitter van de SVB in de smaak. Tijdens de SVB-bestuursvergadering maandagavond bracht hij deze suggestie over. Het bestuur nam het voorstel over, doch bepaalde tevens op initiatief van de voorzitter dat ook de voetballers van de nationale selektie tot één der wielerwedstrijden gratis toegang kregen.
Nadat de besturen van de wielren- en atletiekbond op donderdag 27 augustus de brief van de SVB ontvangen hadden waarin gezegd werd dat onmogelijk kon worden ingegaan op het door deze bonden gedane voorstel van alle zes voetbalwedstrijden, hadden de wielrenners en atleten donderdagmiddag een bespreking over het gerezen conflict. 's Avonds bereikte het bestuur van de SVB een schrijven, waarin de wielren- en atletiekbond hun eerder genomen standpunt handhaafden. In de brief werden drie voorstellen aan de SVB nogmaals onder de aandacht gebracht. Het eerste luidde dat de SVB het tenue van de wielrenners en atleten niet langer zou bekostigen, doch in stede daarvan hun gratis toegang zou verschaffen tot alle wedstrijden in het kader van de sportweek in het stadion. Het tweede voorstel was dat voor de wielrenners en atleten ter voorkoming van financieel nadeel voor de SVB klapstoelen zouden worden geplaatst. Het laatste voorstel hield in dat er vrijdag 28 augustus een wielrenwedstrijd zou worden georganiseerd, ten einde het financieel nadeel te beperken. De SVB wei-