Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend1092. De kat uit den boom kijken (of zien),d.w.z. een afwachtende houding aannemen om te zien, hoe de gang van zaken zal zijn, alvorens men zich daarin mengt; fri. de kat ut 'e beam sjen en it scil my ris binije ho 't dy kat ut 'e beam fâlle scil (hoe dat zaakje zal afloopen); eng. to see (or watch) which way the cat jumps, hoe de zaak afloopt. De uitdrukking is sedert de 17de eeuw bekend; ze komt in meer letterlijken zin voor in de Gew. Weeuw. III, 69: Je zoudt een kat uit de boom kyken, zoo vuerig zie je uit u oogen; Rusting, 394: Als Agamemnon uit zyn droom ontwaakte keek hy, of hy katten uit een boom wou kyken; Smetius, 126: Hy legt ende siet hem aen ghelijck een katt van eenen boom eenen hond doet, deghene die op zyn voordeel liggende, zynen vijand uyt het velt siet. Dichter bij de tegenw. bet. staat ze bij Alewijn, Puit. Helleveeg, 36: Get Swaantje, 'k heb de kat daar uit de boom gekeken; het is de rechte; Langendijk, Spiegel der Vaderl. Koopl. vs. 152; Lingelbach, Ontd. Schijnd. 24 (waar een knecht tot zijn meester, die zijne eigene vrouw met een anderen man betrapt, zegt): Wij moeten nu de kat zien uit den boom kijken, d.w.z. wij moeten nu eens zien, hoe dat zaakje afloopt; Tuinman I, 89: De kat uit den boom kyken. Als men lang op een kat steroogt, vind zy zich genoodzaakt om laag te komen; II, 106; Harreb. I, 77; Ndl. Wdb. III, 408; Falkl. VII, 177; 178; Nest, 54; Jord. 124; Uit één pen, 136; Handelsbl. 22 April 1914, p. 6 k. 1 (avondbl.). De uitdrukking is afkomstig van de gewoonte der honden, die als zij een kat in een boom hebben gejaagd, daar blijven | |
[pagina 429]
| |
staan blaffen en haar aanstaren, tot zij haar schuilplaats weer verlaatGa naar voetnoot1). De hond neemt dus een afwachtende houding aan, hij blaft, springt, staart, doch volgt de kat niet, hij heeft feitelijk niet ingegrepen, doch afgewacht hoe de zaak zal afloopen. Komt de kat eindelijk uit den boom, dan springt hij toe en tracht ze te snappen. |
|