Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend
[pagina 132]
| |
333. Je kunt me de bout hachelen,een verwensching, die zooveel wil zeggen als stik, steek de moord, je kunt voor mijn part verrekken, loop naar den duivel; vgl. Harreb. III, XLIV a: Hij (zij) kan voor mijn part den bout hachelen; Kmz. 206: Je kunt mij de bout haggelen; Lvl. 195: Hij kan me z'n bout haggelen, is de vent bedonderd. - D.H.L. 2: De Kapitein kon hun den bout hachelen; Maastrichtsch: de kins miech gebouthacheld weurde, je kunt me gestolen worden (N. Taalgids XIV, 196). Ook met weglating van bout in Slop, 190: Die kon hem ook hachelen! (die kon voor zijn part ook stikken). Het wkw. hachelen komt dial. voor in den zin van gulzig etenGa naar voetnoot1); vgl. 't Joodsch-Duitsch achelen, hachelen, eten (hebr. âkhal etenGa naar voetnoot2). Wat bout hier moet beteekenen, is me niet duidelijk. Er is toch geen verband te zoeken met bouten, cacare en boutkistje (privaat)?Ga naar voetnoot3) |
|