Passi, Paesch, en Pinxter gezangen(1740)–Johannes Stichter– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Van 't Oordeel. ALs Iesus in zijn Majesteyt Zal komen, zoo hy heeft voorseyt, Geven regtvaardig Oordeel Over elk zonder voordeel. Den Leeken-boek zal open gaan, Elk zal daar loon na werk ontfaan, En reekeningen geven Van zijn voorgaande leven. Mijn reekening is ongereet, Mijn bloed verandert al in zweet Als ik denk aan mijn zonden, Die mijn Ziel doorwonden. [pagina 91] [p. 91] Ik vinde my in groote noot Als ik denk op d'eeuwige dood; 't Was beter nooyt gebooren Als eeuwig zijn verlooren. Hoe heb ik zoo den tijt verquist? Och hoe heb ik aldus gemist! Dat ik die schoone straten Der deugden heb verlaten. Van zinnen was ik heel berooft Dat ik den vyant heb gelooft; Het vleesch heeft my bedrogen, En de werelt gelogen. Maar ik wil volgen goeden raat, Om te beweenen mijn misdaat, En my intijts bereyden Om wel van hier te scheyden. Weest my genadig Iesus zoet, Door 't storten van uw dierbaar Bloet, Een beek van roode wonden Verteert mijn vuyle zonden. Vorige Volgende