Passi, Paesch, en Pinxter gezangen
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijOp de Wijse: Jesus zoet. Jesu dulcis.IEsus zoete memorie
Is 't harte vreugt en glorie;
| |
[pagina 63]
| |
Maar boven alle zoetigheyt
Zoo is zijn tegenwoordigheyt.
Maar, &c.
Nec lingua.
Een tonge kan 't uytspreeken niet,
Nog letter doen daar af 't bediet;
Die 't proeft weet wat 't is zekerlijk
Iesu te minnen hartelijk.
Die 't, &c.
Nil canitur.
Men zingt melodieuser niet,
Men hoort geen blijdelijker Liet,
't Passeert ook aller Eng'len Throon
Den zoeten name Iesu schoon.
't Passeert, &c.
Amor Jesu.
Iesus liefde brant eeuwelijk,
En zaedt ons harten wonderlijk,
En smaakt daar by zeer zoetelijk,
Vermaakt ons ook zeer lieffelijk.
En, &c.
Qui te gustant.
Die eeten u, die hong'ren zeer,
Die drinken u, zijn dorstig meer;
Zy en begeeren anders geen
Dan Iesum d' alderliefst' alleen.
Zy, &c.
Cum Maria.
Des morgens wil ik vroeg opstaan,
Ten grave met Maria gaan,
Iesum zoeken, zoo hy gebiet,
Inwendig, maar uytwendig niet.
Iesum, &c.
Desidero te.
Duysentmaal 's daags roep ik, wanneer
Zult gy komen tot my, ô Heer!
En maken my van harten bly,
En van mijn eygen liefde vry.
En maken, &c.
| |
[pagina 64]
| |
Iesu als gy in 't harte spreekt,
En uwen brant daar in ontsteekt,
Vergaat des werelts ydelheyt
En alle haar begeerlijkheyt.
Vergaat, &c.
Quem tuus
Wie dat uw liefde dronken maakt,
Die weet te regt hoe dat gy zmaakt:
Hoe zalig is hy die dat proeft;
Want hy niet anders en behoeft
Hoe zalig, &c.
Sequor quocunque.
Ik zal hem volgen waar hy gaat,
En blijve stille daar hy staat:
Hy heeft genomen 't harte mijn,
Hierom kan 'k zonder hem niet zijn.
Hy heeft, &c.
Bonum mihi.
Iesum te dienen is my zoet,
Ik geef my heel in zijn behoet,
Ik sterf my zelven al den dag;
Op dat ik in hem leven mag.
Ik sterf, &c.
Laus honor.
Lof, eere, prijs en dankbaarheyt,
Zy God Vader in eeuwigheyt,
Met Iesum zijnen lieven Zoon,
En Heyl'g Geest in 's Hemels Throon.
Met, &c.
G.V.C.
|
|