Passi, Paesch, en Pinxter gezangen
(1740)–Johannes Stichter– AuteursrechtvrijStemme: Als 't begint.
ECce homo, ziet aan ô Mensch!
Komt hier, Komt zieter uw zaligheyt aan:
Komt mensch, komt ziet, ziet, 't is zijn wensch,
Ziet wat uw zonden hier hebben gedaan;
| |
[pagina 8]
| |
Ecce, Ecce, ziet, ziet tog;
Och wie zou nu zondigen nog!
Ziet den Bruydegom komt uyt,
En vertoont hem aan zijn Bruyt,
En schreyt tot haar ook overluyt.
Komt Christen Ziel het gaat u aan,
Ziet hier des Vaders Almagtigen Zoon,
Hy komt ten toone voor u staan,
Alleen uyt liefde voor u persoon:
Ziet zijn Koninglijk cieraat,
En daar toe zijn bruylofts gewaat;
Ziet zijn Purper, Kroon en Staf,
Ziet van liefde wort hy ook laf,
Zijn traanen ziet die loopen af.
O Iesus! ô mijn Heer mijn God!
O mijnder zielen waaragtigen vrient!
'k Heb zulken liefden, zulken lot,
Aan u ô Bruydegom nimmer verdient;
Dus bid ik met dankbaarheyt,
Doet my leven in heyligheyt:
Geeft my bid ik met ootmoet,
t' Uwaarts Heer een liefde zoo zoet,
Dat ik voor u ook stort mijn Bloet.
|
|