kamer is opgenomen in een wit geschilderd eenlaagspand.
De Herv. kerk (Kruisstraat 7), oorspronkelijk gewijd aan St. Victor, is een pseudobasiliek met een grafkapel en een ingebouwde ongelede toren met tentdak. De in 1600 zwaar beschadigde middeleeuwse kerk werd in 1608-'34 zonder koor herbouwd. Behouden bleven de laat-14de-eeuwse noordbeuk en de vroeg-15de-eeuwse toren. In de toren hangt een door Henricus Meurs gegoten klok (1600). De grafkapel dateert uit 1619 en heeft een portaal uit 1714. Het kerkinterieur wordt gedekt door een gestuct tongewelf uit 1832-'36. Tot de inventaris behoren een romaans doopvont (13de eeuw), de gotische grafzerk van Gijsbrecht van Bronckhorst-Batenburg (†1429), een rijk bewerkte preekstoel (1665) en enkele 17de- en 18de-eeuwse rouwborden waaronder die voor Willem Adriaan graaf van Horne (†1694). Het in 1770 door Mattheus de Crane gebouwde orgel heeft snijwerk in Lodewijk XV-vormen van Petrus Verhoeven. De pastorie (Grootestraat 11) stamt uit 1902.
De R.K. St.-Victorkerk (Molendijk 3) is een neogotische driebeukige basiliek met driezijdig gesloten koor en een toren van vier geledingen met balustrade en ingesnoerde spits, gebouwd in 1874-'75 naar ontwerp van C. van Dijk. Het interieur wordt gedekt door kruisribgewelven. Tot de inventaris behoren drie altaren en een preekstoel, alle vervaardigd in 1877 door H. Geelen, en een door J.J. Vollebregt gebouwd orgel (1853) met een in 1878 vernieuwde kast. De gebrandschilderde ramen zijn van atelier F. Nicolas (1922-'24). De voorm. pastorie (Molendijk 1) is een fors eclectisch pand uit circa 1875.
Woonhuizen. Het gepleisterde eenlaagspand
Die Munte (Grootestraat 13) dateert uit de 16de of 17de eeuw. Volgens de gevelsteen uit 1910 sloeg men hier ooit munten. Het gepleisterde pand
Grootestraat 15 heeft een voorhuis uit circa 1600 en een iets jonger achterhuis.
De Custerie (Kerkstraat 9) heeft een gepleisterd 17de-eeuws eenlaags voorhuis. Het pand is als school en kosterswoning in gebruik geweest. Uit circa 1800 dateert het blokvormige herenhuis
Het Hoge Huis (Grootestraat
Batenburg, Boerderij Kruisstraat 10
6-8) in Lodewijk XVI-vormen. Vergelijkbaar in vorm en ouderdom is
Huis Steenbergen (Grootestraat 30-32). De midden-19de-eeuwse, gepleisterde woning
Molendijk 9, ook wel ‘Het Sluishoofd’ genoemd, staat op de plaats van de voorm. sluis tussen de kasteelgracht en de Maas. Het rond 1860 gebouwde huis
Grootestraat 38 is uitgevoerd in eclectische vormen.
Grootestraat 26 heeft een 17de-eeuwse kern en een 19de-eeuwse ingezwenkte gevel met fors halfrond fronton. Neorenaissance-elementen vertonen
Grootestraat 31 (circa 1900) en het in 1908 verbouwde huis
Grootestraat 36 met een in- en uitgezwenkte topgevel. De arbeiderswoningen
Stadswal 5-9 dateren uit de 19de eeuw.
Boerderijen. De meeste boerderijen in de dorpskern zijn verbouwd tot woonhuis. Van het gepleisterde L-vormige pand Kerkstraat 11 dateert het oudste gedeelte uit circa 1700. Een 18de-eeuwse oorsprong heeft de gepleisterde krukhuisboerderij Kerkstraat 1. Uit de 18de eeuw dateren ook de gepleisterde hallenhuisboerderijen Stadswal 4, Kerkstraat 5 en Kruisstraat 15 (circa 1800); de twee laatste zijn voorzien van een dwarsdeel. De laat-18de-eeuwse hallenhuisboerderij Kruisstraat 10 heeft een dwars voorhuis met kelder en opkamer en een aangebouwd bakhuis. De boerderij Veerstraat 2 dateert uit het derde kwart van de 19de eeuw en heeft een dwars voorhuis met lage verdieping. Het bedrijfsgedeelte is mogelijk ouder. De U-vormige boerderij Grootestraat 2 is rond 1936 gebouwd naar ontwerp van H. van Heumen in traditionalistische vormen.
De windmolen (Molendijk 15) is een gesloten houten standerdkorenmolen voorzien van een met riet gedekte kap. De in 1789-'92 gebouwde molen had tot circa 1860 een open onderbouw.
Het voorm. veerhuis (Veerstraat 1), tevens hotel-café ‘Het Veerhuis’, is gebouwd rond 1875. Het blokvormige voorhuis heeft neoclassicistische details. Het pand is nu een woonhuis.