Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijToon: O Kars-nacht! &c.1. WY wijden U onz' herten zaalen;
Kom Heemels Kooning daar in daalen;
Daag uit al wat nog is besmet
| |
[pagina 454]
| |
Met quaad; en sway daar steeds den scepter,
Niets teegens uwen wil en repter,
Daar Gy uw troon ter needer-zet.
2. Slacht all' onz' qua'e geneegentheeden,
Die dierze lust, en aardze leeden
Door 't krachtig woord 't twee-snijdend swaard:
Doe haar door liefdens vuur verbranden
Op 's herten haard ten offer-hande;
En stijgen tot U Heemel-waard.
3. Vermengd met boet-be'es heete traanen,
En op-zet om zich voorts te spaanen;
Ontvlam onz' ziel met lof en dank,
In anders nood met teer ontfarmen,
En zucht tot wel-doen aan den armen,
Ten zoeken-reuk onz' leeven lang.
4. Doe 's Vaaders wil ons open-baaren,
Ons duister hart geheel op-klaaren,
Leg ons uw wet op 't netste uit
Wild in deez' booz' verwarde tijden
Voor all' af-leiding ons bevrijden,
En hoeden 't hart van valz besluit.
5. Zalf ons ook door uw liefd, te weeten
Tot Koonings, Priesters en Propheeten
Met uwes Geestes balzem-vloed;
Zoo dat onz hart steeds deugd uit-waazemd,
Onz gantze weezen Gods-dienst aazemd,
En onz gemoed zy zagt zoet.
6. En geef, dat, als de dood komt naaken,
Wy om-gegord op 't schild wagt waaken,
On-zondig, vroolijk, wijz, gelampt:
Onz Geest met wel-doen in uw handen
By all uw helden mag belanden,
Die vroom'lijk hebben uit-gekant
J.H. |
|