Het lust-hof der zielen, beplant met verscheiden soorten van geestelijke gezangen
(1681)–Claes Stapel– AuteursrechtvrijStem: Gy die naam van Christen draagd. Of:
| |
[pagina 393]
| |
Och slaat steeds op uw dienaar acht,
En wild zijn val af-schutten.
7. Uw reine wet, die is mijn licht,
Wild in mijn hert die schrijven;
Op dat die my steeds onderricht,
Om op uw weg te blijven.
8. De hoope van het zoetste zoet,
Dat 'k eindelijk zal smaaken,
Die kan in al mijn teegen-spoed
My al-tijd moedig maaken.
9. Zoo dat mijn ziel in 't minst niet vreest,
Noch druk noch angst noch lijden;
Maar zal, door dracht van uwen Geest,
Ter dood getrouw'lijk strijden.
10. De liefde, die zy tot U heeft,
Doet haar naa U verlangen;
Uw troost, die gy haar staadig geeft,
Werd dankbaarlijk ontfangen.
11. Zy is al hoonig voor-haar mond
En puik van hoonig-raaten,
Zy maakt 't verbrooken hert gezond,
Geeft kranke zielen baaten.
12. zint dat ik die eens heb gesmaakt
En haar naa waard' geachtet,
Heb ik al-tijd naa meer gehaakt
En sta'ig naa meer getrachtet.
J.C.W. |
|