Gulde-Jaer Ons Heeren Jesu Christi

[p. 229]

Paesch-lied.⁺⁺

+ 87

+ Om wille van het steeds te herhalen dubbele Halleluya hebben we overal de komma gehandhaafd, die in dit in romein afgedrukt lied de waarde heeft van het verticale streepje bij het gotisch lettertype. Ditzelfde is gebeurd t.a.v. het staande streepje in de vertaling.

1

Surrexit Christus hodie, Halleluya. Halleluya.

Humano pro solamine. Halleluya. Halleluya.

2

Mortem qui passus pridie,

Miserrimo pro homine.

3

Mulieres o tremulae,^3,1

In Galilaeam pergite.

3,1 Mulieris in de 1^e druk.

4

Discipulis hoc dicite,

Quod surrexit Rex gloriae.

5

In hoc Paschali Gaudio,

Benedicamus Domino.

6

Laudetur Sancta Trinitas

Deo dicamus gratias.

[p. 230]

Het selfde Paesch-liedt verduyscht.⁺

1

Verresen is den Heer gewis, Halleluya. Halleluya.

Die aller wereldt trooster is. Halleluya. Halleluya.

+ Titel: De syncope van t in verduyscht is wel Westlands ('n Duiser = Duitser).

2

Ten derden dage op-gestaen,

Hel, sond' en dood te niet gedaen.

3

Nu vroukens laet uw' vreesen staen,^3,1

En wilt na⋆ Galileen gaen.

3,1 laet staen: houd op met.

4

Seght aen sijn Broeders, praet niet mis,^4,1

Dat onsen Heer verresen is.

4,1 praet niet mis: spreek overeenkomstig de waarheid.

5

In desen blijden Paesschen-tijdt,

Wilt na⋆ der zielen zijn verblijdt.^5,2

5,2 na der zielen: naar de ziel, innerlijk, geestelijk.

6

Tot lof van Sancta Trinitas,

Verdubbelt Deo Gratias.