Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 3

[p. 81]

Zang voor den eeten.

Zangw: Hoe lieflijk is dit Godspaleis. II Deel bladz. 138.
Of: Op die van den LXXXIV Psalm.

I.

Alvoedend God, milddaadig Heer,

Sla de oogen gunstig op ons neêr:

Gij wilt wat leeft barmhartig hoeden.

Gij schenkt zelfs in 't geringe veel;

Och! laat ons dit bescheiden deel,

In uwe gunst en liefde voeden.

Dat elk Uw wijsheid, magt, en trouw;

Met ootmoed, liefde, en dank beschouw'.

II.

Maar dat ook bij 't verkwikkend maal,

Het Manna in ons harte daal',

En wij dit door 't geloove smaaken:

Zoo zienwe eens Vaders hart en hand,

En kunnen ons in 't onderpand

Van hemelliefde recht vermaaken.

Geloof, en gulden matigheid,

Houdt dan den toom en 't wijs beleid.