Het fluitketeltje en andere versjes(1992)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Drie vrouwtjes uit Haddemerveen Er waren drie vrouwtjes uit Haddemerveen: Katoenka, Baboenka en Hinkelebeen. Katoenka zei tegen Baboenka: Juffrouw, mijn varken loopt harder dat 't varken van jou. 't Is nietes, 't is welles, 't is nietes, 't is wel! Toen kwam er een ruzie! Toen kwam er een rel! En Hinkelebeen zei enkel alleen: Zo hard als mijn varkentje loopt er geen een. Maar laten we 't even proberen gaan. Kom: We lopen eenvoudig de wereld om. Daar stonden die vrouwtjes uit Haddemerveen, Katoenka, Baboenka en Hinkelebeen, ze hielden hun varkentjes vast aan een touw, ze gaven hun varkentjes ieder een douw, [pagina 56] [p. 56] de varkentjes liepen zo hard als ze konden. Ze waren in veertig minuten in Londen, ze kwamen gelijk in Amerika an, ze waren nog voor middernacht in Japan, en Hinkelebeen zei enkel: Kijk, kijk, die varkentjes zijn nog precies gelijk. Ze holden, de vrouwtjes uit Haddemerveen, Katoenka, Baboenka en Hinkelebeen. Hun varkentjes waren precies even vlug. Ze kwamen precies tegelijk weer terug. Maar tien meter ver van hun huis lag een steen en daarover struikelde Hinkelebeen. Toen liet ze haar varkentje los: Knor, knor... Het sprong met een vaart in het raam door de hor, De andere twee kwamen eventjes later en dit staat dus wel als een paal boven water: Ze zijn nu precies weer, als waar ze begonnen. Maar 't varken van Hinkelebeen heeft gewonnen! Vorige Volgende