Het fluitketeltje en andere versjes(1992)–Annie M.G. Schmidt– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Op zoek naar Gip Gap Gonië Er waren eens zeven meneren, die wilden op zekere dag zo vreselijk graag proberen om gipgapgonisch te leren, ze wisten alleen niet, ach! waar Gip Gap Gonië lag. Toen zijn ze dus alle zeven maar in een klein bootje gegaan, daar zaten ze dan en dreven en wilden, zo mogelijk, even dwars over de oceaan naar Gip Gap Gonië gaan. Daar zaten ze dan te turen met kijkers in hun hand, ze konden niet erg goed sturen en dobberden uren en uren [pagina 50] [p. 50] en zagen nergens land, maar water aan iedere kant. Ze hadden een beetje hinder van lichte regenval, ze zagen hoe langer hoe minder, toen zei er een: Kijk ginder, is dat de vaste wal van Gip Gap Gonië al? Ze tuurden alle zeven en staarden in het verschiet, maar kinderen denk 's even wel heb ik van m'n leven 't was Gip Gap Gonië niet! Een walvis, zoals je ziet! Die slokte ze zonder mankeren naar binnen in zijn maag, daar zaten de zeven meneren, ze konden zich daar niet keren, de zolder was veel te laag, daar zaten ze tot aan vandaag. Nu zag ik met eigen ogen vandaag in Monnikendam hoe daar een walvis op 't droge meneren heeft uitgespogen, 't was of er geen eind aan kwam, dat zag ik in Monnikendam. Nu hebben ze alle zeven hun plan maar opgegeven en zullen dus nu misschien nooit Gip Gap Gonië zien. Vorige Volgende