De zangminnende kindervriend, of School-liederen voor drie stemmen (2 delen)
(1835-1838)–W. Schellenbach– Auteursrechtvrij
[pagina 33]
| |
[pagina 34]
| |
uit den Hoo - gen, Ga - de slaat met
liefd'rijk oogen. Ja, 't geheel van uit den Hoogen,
Ga - de slaat met liefd'rijk oo - gen.
| |
[pagina 35]
| |
2.Alles schenkt zijn milde hand,
Wat ons nuttig is voor 't leven,
Ouders heeft Hij ons gegeven,
En een dierbaar Vaderland.
Wie toch, zegt mij, is ons nader,
Dan die lieve Hemelvader?
| |
3.Wat ons slechts verheugt en streelt,
Of geluk verhoogt op aarde,
Ja, meer dan het hart ontwaarde,
Wordt zelfs mild'lijk ons bedeeld.
O, verheft uw hart te gader,
Tot dien lieven Hemelvader.
| |
4.Mogen wij dan, liefd'rijk God,
Nooit volprezen Opperwezen!
Altijd uwe wetten vreezen,
En tevreên zijn in ons lot.
Zoo voert Ge eenmaal na dit leven,
Ons in uwe zaal'ge dreven.
|
|