De Oudheid in het Nederlands
(1992)–Patrick De Rynck, Andries Welkenhuysen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 239]
| |
Laberius(Decimus Laberius; ca. 115-43 v.C.). Latijns auteur van zogenaamde mimen, oudere tijdgenoot van Publilius Syrus. Slechts fragmenten (uit meet dan 40 stukken) zijn bewaard, o.m. een ‘prologus’ van 27 vv.
*Brakman, Opstellen, 1934, p. 99-103. - Tekst en prozavert. van fragm., w.o. de ‘prologus’. | |
Lactantius(Lucius Caecilius Firmianus signo Lactantius; ca. 245-ca. 320 n.C.). Latijns-christelijk schrijver uit Noord-Afrika. Was onder Diocletianus (284-305) retor in Nicomedia, maar moest na zijn overgang tot het christendom zijn ambt neerleggen. Op hoge leeftijd, ca. 317, werd hij door Constantinus Magnus aangesteld tot opvoeder van zijn zoon Crispus. Van deze ‘christelijke Cicero’ (zuivere taal en vlotte zegging) noemen wij drie geschriften: zijn hoofdwerk Divinae institutiones (Goddelijke onderrichting), in 7 boeken, apologie en globale voorstelling van het christelijke geloof; De mortibus persecutorum (De dood van de vervolgers), over de kerkvervolgingen vanaf Nero, speciaal uitvoerig over de tiende (303-311); De ave Phoenice (De vogel Phoenix = Anth. Lat. 485a), gedicht in 85 disticha over de wedergeboorte van de feniks (allegorie van Christus' verrijzenis?). De echtheid van de laatste twee werken wordt niet algemeen erkend. Belangrijkste Nederlandse vertalingen: | |
Divinae Institutiones*[Fragmenten uit boek 3, 9 en 23, vertaald door Jeronimo de Vries], in: Bibliotheek van Oude Letterkunde, Derde stuk, Amst., ten Brink, 1806, p. 383-387. *Hugenholtz, Levenslicht, 1889, p. 349-353. - Fragm. uit boeken 3, 5 en 6. Herdr.: 1910 (p. 278-281). *Brakman, Tertullianea, 1937, p. 140-157. - Vert. en tekst van Inst. I, 1-3. *Couvée (Pieter Johannes), Vita beata en Vita aeterna..., Baarn, Hollandia, 1947, p. 122-130, passim. - Enkele korte fragm. *Straaten, Stoa, 1969, p. 119-120. - Vert. van boek 6, 14. | |
De Mortibus Persecutorum*Beschrijving van de dood der vervolgers... naar Lucius Cecilius Firmianus Lactantius... Met Aenteekeningen, Door J. Tollenaere..., Gent, Vanryckegem-Lepère, 1851. - Op p. 1-119 integrale vert. | |
[pagina 240]
| |
*Lactantius, Over den dood der vervolgers. Ingeleid en bewerkt door D. Franses (Getuigen, [7]), Amst., R.K. Boekcentrale, 1941. - Integrale vert. *Lactantius, De dood van de vervolgers. Ingeleid, vertaald en geannoteerd door G.J.D. Aalders (Agora Editie), Kampen, Kok Agora, 1988. - Integrale vert. | |
De Ave Phoenice*Brakman, Opstellen, 1934, p. 234-251. - Integrale tekst, vert., aantekeningen. | |
Laudes Domini(Lofprijzing van de Heer; ca. 320 n.C.). Latijns-christelijk gedicht in 148 ‘Vergiliaanse’ hexameters. Verhaalt een wonder in het land van de Haedui (waar de dichter schijnt thuis te horen), looft Christus als schepper en verlosser en prijst Constantinus Magnus en zijn huis.
*van der Weijden (Pieter), Laudes Domini. Tekst, vertaling en commentaar..., Amst., Paris, 1967. - Op. 36-49: tekst en vert. | |
Laurea(Marcus Tullius Laurea; 1ste eeuw v.C.). Vrijgelaten slaaf van Cicero. Op zijn naam zijn 3 Griekse en een Latijns epigram overgeleverd.
*Brakman, Opstellen, 1934, p. 139. - Prozavert. van het Lat. epigram. | |
Leges(‘Wetten’). Onder dit trefwoord vermelden we vertalingen van oude Romeinse wetten of wettenverzamelingen. | |
Leges Regiae (Romeinse koningstijd; ‘koningswetten’)*De koningswetten [vertaald door Jacoba J.H.M. Hanenburg] (Vertalingen ten Dienste van het Onderwijs in Romeins Recht, 2), Gent etc., Story-Scientia, 1972. | |
Lex Duodecim Tabularum (451/450 v.C.; ‘De wet der twaalf tafelen’)*Eykman, De fakkel, I, 1968, p. 169-170. - Fragm. *De Wet der Twaalf Tafelen [vertaald door Jacoba J.H.M. Hanenburg] (Vertalingen ten Dienste van het Onderwijs in Romeins Recht, I), Gent etc., Story-Scientia, 1972 | |
Leo Magnus(5de eeuw n.C.). Romeinse paus (440-461), belangrijk als kerkleider in een tijd van barbareninvallen (Attila, Geiserik) en van religieuze conflicten in Oost en West. In zijn ca. 170 Epistulae (Brieven) en 96 Sermones (Preken) worden de klare, sierlijke zegging en de ritmische clausules gewaardeerd. | |
Epistulae*Sailer/Steenwijk, Brieven, II, 1828, p. 180-182. - Vert. van epist. 41. *Sint Leo de Groote, Over de menschwording van Christus... Bewerkt door | |
[pagina 241]
| |
Adr. Huyg (Getuigen, [3]), Amst., R.K. Boekcentrale, 1941. - Op p. 15-52 integrale vert. van epist. 28 en 165. *Het eeuwfeest van Chalcedon, in: Speculator, I (1951-1952), p. 11-12. - Anonieme vert. van fragm. uit epist. 59. *Stemberger/Thewissen, Bijbel en Christendom, I, 1978, p. 164-166. - Fragm. uit epist. 10 en 14. | |
Sermones*Paus Leo de Grote, Preken voor het liturgisch jaar, vertaald en ingeleid door F. Vromen, 4 dln. (Levensbr.), Oosterhout, Sint Paulusabdij/Brugge, DDB, 1960-1961. - In deze 4 deeltjes worden 77 van de 96 serm. integraal vertaald, in een ‘liturgische’ volgorde. Ontbreken: de nrs. 6-11, 16, 84 en 86-96. Van de talr. oudere vert. van afzonderlijke serm. vermelden wij alleen nog de volgende drie, ter aanvulling: *De Keersmaeker (Georges)-Van Hulle (Leo), Sint Leo, Over Milddadigheid, in: Pastor Bonus, 13 (1932), p. 150-154. - Tekst en vert. van sermo 10. *Sint Leo de Groote, Over de menschwording van Christus... Bewerkt door Adr. Huyg (Getuigen, [3]), Amst., R.K. Boekcentrale, 1941, p. 77-81. - Vert. van sermo 96. *A. M[unsters], Dankbaarheid voor de bevrijding, in: Ons Geestelijk Leven, 22 (1945-1946), p. 29-30. - Vert. van sermo 84. *Jezus' verheerlijking: een geloofsvisioen..., vertaald en ingeleid door Michel Coune, Brugge, Zevenkerken, 1988. - Hierin vert. van sermo 51. | |
Leonidas Alexandrinus(1ste eeuw n.C.?). Grieks mathematicus, astronoom en dichter van epigrammen waarin wiskundige Spielereien zijn verwerkt. Zie onder Anthologia Graeca. | |
Leonidas Tarentinus(ca. 310-240 v.C.). Grieks epigrammendichter. Zie onder Anthologia Graeca. | |
Leontius Byzantinus(† 543/4 n.C.). Grieks-christelijk schrijver, vooral in Palestina en Constantinopel werkzaam. Over zijn persoon en de afbakening van zijn leerstellig-polemisch oeuvre bestaat veel discussie. Onlangs werd van hem ook een aantal Homiliae (Preken) uitgegeven.
*Paasfeest, 1989, p. 87-96. - Vert. van hom. 8, een paaspreek, door C. Datema. | |
Libanius(314-ca. 393 n.C.). Grieks retor uit Antiochië waar hij vanaf 354, na verblijven elders, bedrijvig is geweest en als leraar veel succes had. Een omvangrijk oeuvre is bewaard: meer dan 60 redevoeringen, benevens een 50-tal Declamationes (Oefenredes), die echter niet alle van zijn hand zijn; ook een uitgebreide verzameling van 1544 brieven is overgeleverd. Dit oeuvre vormt een belangrijke bron voor de cultuurgeschiedenis van de 4de eeuw. | |
[pagina 242]
| |
Integrale redevoering*Guépin (J.P.), Aan keizer Theodosius, in: Schokkende redevoeringen, 1990, p. 227-243. - Or. 30. Met een inl. op p. 219-226. | |
Fragmenten*Berlage (J.), Libanios over de slavernij, in: Herm., I (1928-1929), p. 10-13, 27-31. - Or. 25: resumé met vele stukken vert., en *Berlage (J.), Professorenergernissen, in: Herm., 6 (1933-1934), p. 30-35. - Bevat vert. fragm. uit or. 2, 43 en 62. *Eyben, Jong zijn, 1979, p. 36-39. - Vert. van or. 1, 14-25. | |
Limenius(2de helft 2de eeuw v.C.). Grieks auteur van de tweede Paean Delphicus (zie aldaar). | |
Livius Andronicus(2de helft 3de eeuw v.C.). Latijns episch en dramatisch dichter, wellicht van Griekse afkomst. Livius is bij ons weten de eerste Latijnse dichter, én meteen ook de eerste vertaler: hij zette Homerus' Odyssea om in het Latijn. Hij schreef verder vooral drama's. Slechts losse verzen zijn bewaard.
*Enk, Handboek, II, I, 1937, p. 29-39. - Tekst en prozavert. van enkele fragm. | |
Livius Patavinus(Titus Livius; 59 v.C.-17 n.C.). Latijns geschiedschrijver afkomstig uit Patavium (Padua). Schreef de geschiedenis van Rome en haar bevolking in 142 boeken met de titel Ab urbe condita (Vanaf de stichting van de stad), voor zover we weten het omvangrijkste werk uit de Oudheid. 35 boeken, nl. 1-10 en 21-45 (boek 41 met lacunes), zijn bewaard; van de rest bezitten we fragmenten, een korte inhoudsopgave (periocha) van bijna alle boeken en enkele resumés (epitomae). Het geschrift vangt aan met een methodologische Praefatio (‘proloog’), het eigenlijke werk begint met de aankomst van Aeneas in Italië en gaat tot 9 v.C. De bewaarde boeken behandelen de periodes ‘aankomst Aeneas in Italië’ tot 293 v.C. (1 t/m 10) en 219 v.C. tot 167 v.C (21 t/m 45), met o.m. de tweede Punische oorlog. | |
Integraal*Titus Liuius, Dat is de Roemsche historie oft Gesten... nu eerstmael in onser Nederlantscher spraken ghedruckt. Tantwerpen [ten huyse van Jan Gymnicus] An. 1541. in Augusto. - Talr. herdr. tot: Amst., Willemsz., 1650. Pas in 1597 wordt ook de Praefatio vertaald en, op naam van L. Florus (!), de periochae 46-142, door M. Everaert. *Romainsche Historien van Titvs Livivs... Ten meestendeel van nieus vertaalt [door J.H. Glazemaker], Amst., Schipper, 1646. | |
[pagina 243]
| |
Fragmenten uit verspreide gedeelten van het geschrift*Bauwens (Evarist), Sallustius, Livius & Tacitus. Tien Redevoeringen..., Brussel, Dewit, 1907. - Bevat vert. van 21, 40-44 en 30; 7, 40; 26, 41 en 3, 67-68. *Waele, Antieke geschiedschrijving, 1946, p. 145-160. - Behalve andere fragm. o.m. 9, 5-6. *Gelder, Latijnse geschiedschrijvers, 1952, p. 27-120. - Met op p. 27-45 vert. van 9, 1-12 en op p. 50-120 fragm. uit de boeken 21, 22, 26 en 28. Zie ook in: Twee soldatenoproeren. Vertaald en van een inleiding voorzien door Jan van Gelder... (Tali Auxilio), Bilthoven, Nelissen, 1957. - Bevat vert. uit 28, 24-29. *Hadas/Schwartz, Geschiedenis van Rome, 1959, passim. - Talr. korte fragm., vooral uit boeken 1 en 5. Ook enkele elders niet recent vertaalde fragm. uit andere boeken. *Beliën, Geschiedenis, 1981, p. 171-228, passim. - Talr. fragm., door diverse vertalers. | |
Boeken 1 t/m 5Integraal *Livius, Het ontstaan van Rome; Rome's strijd om het bestaan. Vertaling F.H. van Katwijk-Knapp (Fibula Klassieke Reeks), Bussum, Fibula-van Dishoeck, 1973; 1974. - Resp. vert. van de Praefatio en de boeken 1 en 2, en vert. van de boeken 3 t/m 5.
Gedeeltelijk *Titus Livius, Romeinsche geschiedenis, Boeken I-III. Uittreksels. In het Nederlandsch vertaald door J. Verdyck... (Klass. Vert.), Antw. etc., Stand., 1946. - Herdr. tot: Antw.-Amst., Stand., 1980 (‘2e druk 7de oplage’). Vanaf 19624 uitgebreid met fragm. uit boek 5, 35-55. Bevat ook de Praefatio. | |
Uit boeken 6 t/m 10*Jong, Antieke welsprekendheid, 1949, p. 204-205. - Uit 6, 18: rede van Manlius. *van Katwijk-Knapp (F.H.), De taktiek der Tusculanen. Livius VI, 25-26, in: Herm., 48 (1976), p. 269-271. | |
Boeken 21 t/m 30Volledige boeken 21-22 *De Oorlog tegen Hannibal I. Van Saguntum tot de Trebia; II. Van de Po-vlakte tot Cannae, vertaald door A. Geerebaert (Standaard-Bibliotheek), Brussel, Stand., 1920; 1921. - Boeken 21 en 22. Herdr. tot resp.: 197414 (in de reeks Klass. Vert.; sinds 19558 ‘herzien door L. Sprangers’); 197210 (in de reeks Klass. Vert.; sinds 19536 ‘herzien door L. Sprangers’). *Livius, Hannibals tocht over de Alpen. Vertaling W.P. Theunissen (Fibula Klassieke Reeks, 5), Bussum, Fibula-van Dishoeck, 1972. - Boek 21. Herdr. tot: Houten, Unieboek, 19883 (sinds de tweede druk in de reeks De Haan Klassieken). | |
[pagina 244]
| |
Fragmenten uit 23-30 *Sizoo (A.), Techniek in de oudheid (Boeket-Reeks, 32), Kampen, Kok, 1961, p. 140-141. - Vert. van 24, 34. *Verbrugge (F.J.P.)-Verdenius (A.G.), Hannibal in Capua. Het diner bij de gebroeders Ninnius Celer. Livius XXIII 8-9, in: Herm., 39 (1967-1968), p. 1-4. - Tekst en vert. *de Vreese (J.), De ‘bouw’ van een hoofdstuk. Livius, 26, 37, in: Herm., 41 (1969-1970), p. 13-15 (met tekst en vert.), en *Livius, Romes krachtmeting met Hannibal. Hoogtepunten uit de boeken XXI-XXX, ingeleid, toegelicht en vertaald door Eddy De Laet (Astra, 14), Antw.-Amst., Stand., 1980. | |
Uit boeken 31 t/m 45*S[lijper] (E.), De beste stuurlui staan aan wal (Livius XLIII, 22), in: Herm., 2 (1929-1930), p. 81-82. - Vert. van 44 (sic), 22, 1-16. *Sizoo (A.), Reizen en trekken in de Oudheid (Boeket-Reeks, 42), Kampen, Kok, 1962. - Op p. 44-46 vert. van 45, 27, 5-28, 5. *de Vreese (J.), Een wet tegen de weelde van de vrouwen [34, 1-8, gedeeltelijk], in: Herm., 38 (1966-1967), p. 65-71, en *Mineur-van Kassen (M.C.E.), Wij vrouwen eisen. Een merkwaardig voorval uit de Romeinse geschiedenis (Livius XXXIV, 1-8), in: Herm., 53 (1981), p. 270-277. - Met gedeeltelijke vert. *Eyben, Vrouwen, 1992, p. 85-88 en 90-94. - Vert. van 34, 1-8 (1-4 door E. Eyben; 5-8 door P. Maris). | |
Vertaalde fragmenten uit andere boeken*Het bericht van Livius over Cicero's dood (fragment uit boek CXX). Vertaling van W.A. Baud, in: Herm., 30 (1958-1959), p. 72-73. - Tekst en vert. | |
Aanvullende opmerkingP. Claes (1989) vertaalde een fragm. (21, 32, 35). | |
Longinus(Beter Pseudo-Longinus). Op naam van een ‘Longinus’ is een Grieks literair-theoretisch geschrift met de titel De sublimitate (Verhevenheid) gedeeltelijk overgeleverd. De auteur is echter onbekend. Het werk kan met enige waarschijnlijkheid op grond van inhoudelijke en stilistische criteria in | |
[pagina 245]
| |
de 1ste helft van de 1ste eeuw n.C. worden gedateerd. Het geschrift stelt de klassieke auteurs als na te volgen voorbeeld van literaire ‘verhevenheid’ centraal en is zelf een beheerst stilistisch meesterwerkje. Sinds de vertaling door Boileau in 1674 oefende het in de 17de en 18de eeuw grote invloed uit op de zich ontwikkelende ideeën over ‘originaliteit’.
*Vóór 1924: P. le Clercq (1719). *Longinus Over de Verhevenheid; uit het Grieksch vertaald door Matthijs Siegenbeek, Leyden, Herdingh, 1811. *Longinus ‘Over het Verhevene’. Vertaling met inleiding en opmerkingen. Proefschrift... door Jan Philippus Hoogland, Gron., de Waal, 1936. - Op p. 24-74 vert. *Longinus, Over het Verhevene, vertaald door W.E.J. Kuiper (Baskerville Serie), Amst., Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1980. - Deze postuum uitgegeven vert. werd ca. 1950 voltooid. | |
Longus(2de eeuw n.C.?). Grieks romanauteur, misschien afkomstig van Lesbos. Schreef ‘Daphnis en Chloë’ (4 boeken), het bucolisch getinte verhaal van de ontluikende liefde tussen de twee protagonisten. Deze best bekende van de Griekse romans eindigt, zoals traditioneel, met een gelukkig huwelijk.
*Vóór 1924: anoniem (1744), A. de Mieville (ps. van A. Halberstadt; 1908). *Longos, De treffelijke historie van Daphnis ende Chloé. Vertaling uit het Fransch van Amyox (sic) door J. Brouwer (Wereldbibl., 380), Amst., Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1919. - Herdr.: Bussum, Kroonder, 1947. *Longos, Daphnis en Chloë. Vertaald en ingeleid door Fr. Cluytens (Klass. Gal., 129), Antw., DNB, 1958. *Longos' Herdersverhaal van Dafnis en Chloë, in het Nederlands overgebracht door Jan Prins, Grav., Boucher, 1960. - Herdr.: (Salamander, 113), Amst., Querido, 1962. *Eros op sandalen. Lucianus-Longus. [Vertaald door B.C. Kuitert] (Meulenhoff's Flamingo-Reeks, 67), Amst., Meulenhoff, 1965. - Op p. 89-189 vert. van Longus. *Longos, Daphnis en Chloë, vertaald door Stefan van den Broeck, Antw.-Baarn, Houtekiet, 1990. *Longus, Daphnis en Chloë. Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Marc Moonen (Ambo-Klassiek), Baarn, Ambo, 1991. | |
Aanvullende opmerkingL. Couperus vertaalde fragm. uit de hoofdstukken 1-8 (eerste publ. 1980). | |
Lucanus(Marcus Annaeus Lucanus; 39-65 n.C.). Latijns epicus, afkomstig uit Córdoba. Zijn voornaamste (onvoltooide?) werk: De bello civili (De bur- | |
[pagina 246]
| |
geroorlog; 10 boeken), dat ook vaak als Pharsalia (Lied van Pharsalus) wordt aangeduid, behandelt de burgerstrijd tussen Caesar en Pompeius. Los zijn ook enkele fragmenten van Carmina (Gedichten) bewaard. | |
Integraal*M. Annaevs Lvcanvs, van 't Borger oorlogh der Romeynen... Overgeset in Nederlands rym-dicht door D. Heyndrick Storm, Amst., Colyn, 1620. - Eerste zes boeken verschenen ibid. in 1617. | |
Gedeelten in boekvorm*Ryk (F.), Het derde boek... Gevolgt naar 't Fransch van... de Brebeuf, in: Nieuwe Verzameling van nederduitsche mengeldichten, Amst., Barents, 1727, p. 272-296. *Farzalia, eerste en zevende zang, vry gevolgd naar het Latyn... door de La Harpe; en gevolgd naar het Fransch, door A.L. Barbaz, Amst., Uylenbroek, 1801. - In de inl. worden ook uit zangen 2, 5 en 9 enkele stukken (vrij) vertaald. *De bloedige broederkrijg. Fragmenten uit het Bellum Civile van Lucanus. Vertaald door H.W. Fortgens (N.V., 8), Grav., Nijhoff, 1982. - Prozavert. van fragm., nl.: 1, 1-32 en 67-261; 3, 298-452; 5, 237-373 en 722-814; 8 (integraal); 10, 1-198 en 332-546. Aan te vullen met: Fortgens (H.W.), Een Romeins veldheer bezoekt Delphi. Lucanus, De Bello Civili, boek V 65-231, in: Herm., 44 (1972-1973), p. 77-82. | |
Fragmenten*Brakman, Opstellen, 1932, p. 40-56. - Een reeks fragm. in prozavert., met bindteksten. *Enk (P.J.), Het geheimzinnige..., in: Herm., 5 (1932-1933), p. 114-127. - Met tekst en prozavert. uit 6, 590-762. *Jong, Antieke welsprekendheid, 1949, p. 214-219. - Enkele (fragm. van) redevoeringen (3, 358-372; 5, 261-295 en 319-364; 8, 484-495). Prozavert. *Vertaling van Lucanus, Pharsalia 3. 399-425 door Patrick Lateur, in: Kleio, N.R., 20 (1990-1991), p. 422-423. - Versvert. | |
Carmina*Brakman, Opstellen, 1934, p. 146-147. - Tekst en prozavert. van 3 fragm. | |
Aanvullende opmerkingVolgende literatoren vertaalden korte fragm. uit De bello civili: C. Huygens (1658: 4, 476-520), J. Vollenhove (1685: o.m. 4, 465-574; 8, 622-635 en 639-661; 9, 148-164), R. Feith (1818: 2, 1-35 en 234-325; 3, 1-40; 5, 504-580 en 722-801), M.C. van Hall (1829: 1, 120-157 en 184-246), P. van Duyse (1884: 4, 466-574 en 9, 544-589). | |
[pagina 247]
| |
Lucianus(ca. 120-na 180 n.C.). Grieks auteur uit Samosata die na talrijke reizen en verblijven in Griekenland, Italië en Gallië vanaf 157 vooral in Athene verbleef. Van deze sofist en satirische spotter, wiens moedertaal niet het Grieks was, is nagenoeg het hele oeuvre bewaard. Het bestaat uit ca. 80 werken, vaak in dialoog- en briefvorm. In sommige gevallen wordt de authenticiteit betwist. Dat is onder meer het geval voor epigrammen die op Lucianus' naam werden overgeleverd in de Anthologia Graeca. We kunnen slechts enkele belangrijke titels vermelden van werken die de geest van het oeuvre goed weergeven: in Dialogi deorum (Godendialogen) spot Lucianus met de traditionele Griekse mythologie, en in Dialogi mortuorum (Dodendialogen) doen de cynici Diogenes en Menippus hetzelfde met filosofen en machthebbers; het laatste thema komt ook aan bod in Charon; Verae historiae (Echt gebeurde verhalen; 2 boeken) is een parodistisch avonturenverhaal waarin de reizigers o.m. het ‘eiland der gelukzaligen’ aandoen. Rijkdom en de ermee verbonden hebzucht en vleierij worden gehekeld in Timon sive misanthropus (Timon of de mensenhater) en in Gallus (De haan), waarin Pythagoras als haan verschijnt. | |
Alle geschriften*Alle de Werken Van Lucianus den Samosatenser... Nieuwlyks uit het Grieks vertaalt, door S[teven] B[lankaart], 2 dln., Amst., ten Hoorn, 1679. - Een fragm. bibliofiel heruitgegeven in: Lucianus, Jupiter en Ganymedes [Vertaald door Steven Blankaart], Amst., Sub Signo Libelli, 1976. - Dialogi deorum 4. | |
Twee of meer volledige geschriften*Vóór 1924: J. ten Brink (1808 +: Timon, Deorum concilium, Pro mercede conductis). *Drie dialogen van Lucianus. De Overvaart of de Tyran. Timon of de Menschenhater, met inleiding van H.J. Kiewiet de Jonge, en de Wijsgeerenveiling door B.J.H. Ovink... (Klass. Schr., 38-39), Amst., van Looy-Gerlings, s.a. [= 1896]. - Resp. Navigium, Timon, Vitarum auctio. *Hartman, Honderd jaar, 1918, p. 95-135. - Op p. 95-113 vert. van ‘Philosofenmaal’ (= Symposium) en op p. 113-135 ‘De liefhebber van nonsens-verhalen’ (= Philopseudes). *Kuiper, Griekse varia, 1956, p. 223-268. - Op p. 223-248 vert. van ‘De Onwijsgeer’ (= Philopseudes), door Kuiper, die ‘dankbaar en vrijmoedig’ gebruik maakte van de vert. van Hartman (cf. supra). Op p. 250-268 vert. van Icaromenippus, door H. Cuypers Jr. *Lucianus, de beeldstormer van Samosata. Ingeleid en vertaald door H. Verbruggen en K. Huysmans (Klass. Gal., 153), Antw., DNB/Amst., Wereldbibl., 1964. - Vert., behoudens enkele weglatingen, van Somnium (= Vita Luciani), Dialogi deorum 5 en 9, Dialogi marini 2, Dialogi mortuorum 17, 18, 22; Charon, Demonax, Alexander, Gallus. *Lucianus van Samosata, De droom & De gesprekken. Ingeleid, vertaald en van | |
[pagina 248]
| |
aantekeningen voorzien door Hein L. van Dolen (Baskerville Serie), Amst., Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1991. - Integrale vert. van Somnium en alle Dialogi (mortuorum, marini, deorum, meretricii). | |
Bloemlezing*Lucianus, Bloemlezing uit de Dialogen der Goden, der Dooden en de Ware Geschiedenissen, ingeleid en uit het Grieksch vertaald door M.Th. Hillen (Klass. Schr.), Zutphen, Thieme, 1923. - 6 Dialogi deorum, 10 Dialogi mortuorum en 20 blz. uit de Verae historiae. | |
Afzonderlijke geschriften*Vóór 1924: anoniem (1550: Verae historiae), A. van Oosterbeeck (1613: 13 Dialogi mortuorum, uit het Latijn van Erasmus), N. Borremans (1682: Verae historiae), P.V. (1720: Charon), Th. van Snakenburg (1731: Gallus), B.V.F. (1791: 10 Dialogi mortuorum), N.G. van Kampen (1826: Navigium), J.C. Fullink (1827: Hermotimus), C.F.M. Deeleman (1902: De morte Peregrini).
Alexander *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: Verbruggen.
Asinus (‘De ezel’, onecht) *Lucianus van Samosata, De behekste ezel. [Vertaling Hans van Straten], Oosterbeek, Bosbespers, 1991. - Integrale vert.
Charon (= Contemplantes; ‘De beschouwers’) *Loekianos, Charoon of de Wereldbeschouwers, vertaald door A. Geerebaert (Standaard-Bibliotheek), Brussel-Antw., Stand., 1925. - Herdr. tot: 19494 in de reeks Klass. Vert. *Zie ook onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: Verbruggen.
Demonax *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: Verbruggen.
Dialogi deorum (‘Godendialogen’) *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’ en ‘Bloemlezing’: Verbruggen, van Dolen, Hillen. *Charivarius, Godengesprekken..., Haarlem, Tjeenk Willink, 1932. - Vrije nadichting van 8 dialogen; in de inl. letterlijke vert. van dial. 5. Twee nadichtingen opgenomen in: Charivarius, Rid- en runders en andere verzen..., Amst., Sijthoff, 1986, p. 93-108, en *Charivarius, De Appel van Eris... (Dilettanten-Tooneel, 49), Haarlem, Tjeenk Willink, 1935. - Berijmde bewerking van dial. 20. | |
[pagina 249]
| |
Dialogi marini (‘Zeegodendialogen’) *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: Verbruggen, van Dolen.
Dialogi meretricii (‘Hetaerendialogen’) *Eros op sandalen. Lucianus-Longus. Vertaald door B.C. Kuitert (Meulenhoff's Flamingo-Reeks, 67), Amst., Meulenhoff, 1965. - Op p. 9-85 integrale vert. *Zie ook onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: van Dolen.
Dialogi mortuorum (‘Dodendialogen’) *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’ en ‘Bloemlezing: Verbruggen, van Dolen, Hillen.
Epigrammen *Zie onder Anthologia Graeca.
Gallus (‘De haan’) *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: Verbruggen. *Proeve van Dichtoeffening... Door A.L.F. en A.P.S., Leiden, Vander Aa, 1731, p. 261-318. - Berijmde vert. door Th. van Snakenburg.
Halcyon (onecht) *van Deventer (Ch.M.), Een kabinetstukje, in: De Kunstwereld, [1] (1894), 4, p. 2.
Hercules *Vervaecke (G.), De gulden mond van Heracles, in: Kleio, N.R., 20 (1990-1991), p. 295-311. - Met vert.
Icaromenippus (‘Menippus als luchtvaarder’) *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: Kuiper.
Imagines (‘Portretten’) *Seltman (Charles), Vrouwen in de Oudheid, Amst., van Kampen, 1960, p. 178-180. - 3 fragm., vert. E. Straat.
Iuppiter tragoedus (‘Jupiter tragediespeler’) *Mehler (J.), Zeus tragediant, in: Herm., 6 (1933-1934), p. 103-106 en 122-127. - Berijmde vert. van 4 fragm.
Navigium (‘De overvaart’) *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: Kiewiet.
Philopseudes (‘De leugenliefhebber’) *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: Hartman, Kuiper. | |
[pagina 250]
| |
Pro mercede conductis (‘De bezoldigde gezellen’) *Berlage (J.), De huisfilosoof of huisleraar, in: Herm., 3 (1930-1931), p. 106-110 en 114-118. - Vrije vert. van fragm.
Prometheus *Lucianus, Prometheus, 7-21. Vert. L.B. van der Meer, in: Herm., 59 (1987), p. 142-145.
Somnium sive Vita Luciani (‘De droom of biografie van Lucianus’) *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: Verbruggen, van Dolen.
Symposium (‘Banket’) *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: Hartman.
Timon *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: Kiewiet. *Τίμων μισάνθρωπος. Vertaelt, vermeerdert, ende in Rijm ghestelt door Peeter Mevlewels. Ende Verthoont... den 18. October 1636, Antw., Huyssens, s.a. - Bewerkt tot een eigentijdse zedenschets. *Tymon Van Lucianus, in: Tweede deel. Van Thalia, of geurige Zang-goddin, van W.G.V.F[ocquenbroch]..., Amst., van den Bergh, 1669, p. 3-70. - In vv., ‘toneelscher-wijs uytgebeelt’ en ingedeeld in 16 ‘uytkomsten’. Herdr. tot: Amst., de Groot, 1682[5], en nadien in Alle de Werken..., Amst., de Groot, 1696 (herdr. tot: Amst., van Esveldt, 17663[=4]).
Toxaris *Schwartz, Barnsteen, 1953, p. 207-211 (= Schwartz, Verhalen, 19835, p. 104-108). - Cap. 12-18.
Verae historiae (‘Waarachtige verhalen’) *Uit de Leerschool van de Leugen (Lucianus' Waarachtig Verhaal) door H.M.R. Leopold..., Zutphen, Thieme, 1926. *Loekianos, Waarachtige Historiën. [Vertaling] Fr. Cluytens (Klass. Gal., 26), Antw., DNB, 1946. *Zie ook onder ‘Bloemlezing’: Hillen.
Vitarum auctio (‘De veiling van levens’) *Zie onder ‘Twee of meer volledige geschriften’: Ovink. *[Légat, (Antoine)], De filosofenveiling, in: Kleio, N.R., 6 (1976), p. 85-89. - Vert. van 1-12. | |
Aanvullende opmerkingCh.M. van Deventer (1895) vertaalde ook een fragm. uit De morte Peregrini (= ‘De dood van Peregrinus’). | |
[pagina 251]
| |
Lucilius(Gaius Lucilius; ca. 180-102 v.C.). Latijns dichter van ongezouten satiren, afkomstig uit Suessa Aurunca. Van zijn 30 boeken Saturae (Satiren) is een groot aantal korte fragmentjes overgeleverd.
*Brakman, Opstellen, 1934, p. 109-129. - Tekst en prozavert. van een reeks fragm., met toelichtingen. *Schockaert, Bloemlezing, 1942, p. 34-37. - Tekst en berijmde vert. van 4 fragm. | |
Lucillius(ca. 60 n.C.). Grieks epigrammendichter. Zie onder Anthologia Graeca. | |
Lucretius(Titus Lucretius Carus; ca. 97-55 v.C.). Latijns dichter, auteur van het filosofische leerdicht De rerum natura (Het ontstaan van de dingen; 6 boeken), waarin hij de epicuristische natuurfilosofie en moraal in een bevlogen en poëtische stijl uiteenzet. | |
In boekvorm*De Werken van T. Lucretius Carus van het Heelal. Uit het Latyn in het Nederduitsch vertaald [door Jan de Witt], Amst., Petzold, 1701. - Prozavert, met de Lat. tekst. Herdr.: Amst., Lescailje-Braakman, 1709. *Lucretius, De natuur en haar vormen, boek I en boek V. Vertaling en verant-woording. Proefschrift... door Ida Gardina Margaretha Gerhardt, Kampen, Kok, 1942. - Hexametrische vert. Hierin op p. 39-67: Drie eeuwen Lucretius-vertaling, na een inl. op Lucretius. De vert. herdr. in: Lucretius, De natuur en haar vormen, boek I en boek V, door Ida G.M. Gerhardt (De Tiende Muze), Arnhem, Van Loghum Slaterus, 1946. *Gerlo (Aloïs), Lucretius, of Het atomistisch wereldbeeld, met een kleine bloemlezing in Nederlandse vertaling (Problemen, 28), Antw., Ontwikkeling, 1962. - Met op p. 16-21 prozavert. van enkele korte stukjes, en op p. 22-36 enkele langere fragm. uit de boeken 1 en 2. *T. Lucretius Carus, Atomen tegen goden (De rerum natura), vertaald door A. Rutgers van der Loeff, toegelicht door P.H. Schrijvers (Phoenix Klass. Pock., 12/13), Hilv., de Haan-Antw., Stand., 1966. - Integrale vert. in jamben. *Lucretius, Over de natuur, vertaald door Aeg.W. Timmerman, bezorgd en ingeleid door P.H. Schrijvers (Baskerville Serie), Baarn, Ambo-Amst., Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1984. - Vert. in hexameters, die tot stand kwam in de jaren 1934-1941. | |
Bloemlezing*IJzeren, Latijnse varia, 1954, p. 172-225. - Fragm. uit alle boeken. Vert. van fragm. uit boek 1 en 5, én 4, 1-25 door I. Gerhardt; 2, 1-61 en 3, 1-30 door J.H. Leopold. De rest in eigen hexametrische vert. | |
[pagina 252]
| |
Aanvullende opmerkingBehalve de reeds genoemden hebben nog andere literatoren fragm. uit Lucretius vertaald: J. de Decker (1656: 2, 1-36), M.C. van Hall (1855: 5, 1379-1411; 5, 1109-1160; 6, 1-41; 3, 1-30; 2, 1-61; 4, 1-25), J. van Lennep (1864: 1, 62-79), E.B. Koster (1888 +: 1, 1-43; 2, 14-19; 5, 593), J.H. Leopold (1910: 2, 1-61; 3, 1-30, opgenomen in: Muziek, 1944, p. 145-146), L. Flam (1955: 2, 1-19), C. Verhoeven (1974: 2, 216-293), T. de Vries (1987: 1, 62-79; 3, 830-851). | |
Lycophron(begin 2de eeuw v.C.?). Aan een Lycophron wordt het Griekse gedicht Alexandra toegeschreven (1474 verzen), in de vorm van een lang profetisch bodenverhaal met tragische kenmerken, over wat Troje te wachten stond na de afvaart van Paris naar Sparta, en over de naweeën van de Trojaanse oorlog, met inbegrip van de Perzische oorlogen, Alexander de Grote en de opgang van de nakomelingen van de Trojaan Aeneas, de Romeinen. Alexandra is een andere naam voor Priamus' dochter Cassandra (profetes).
*Mehler (J.), Lykofroon's Alexandra, in: Herm., 33 (1961-1962), p. 97-104. - Bevat vert. van enkele korte fragm. | |
Lycus(ca. 100 v.C.). Arts uit Napels, behorend tot de empirische school. Enkele citaten zijn bewaard bij Oribasius.
*Elaut, Antieke geneeskunde, 1960, p. 194-195. - Vert. van 3 fragm. | |
Lygdamus(2de helft 1ste eeuw v.C.). Latijns auteur van 6 elegieën uit het Corpus Tibullianum, waarin hij spreekt over zijn liefde voor een zekere Neaera. Zie onder Tibullus. | |
Lysias(ca. 450-na 380 v.C.). Grieks leraar en logograaf uit Athene. Meer dan 400 redevoeringen werden aan hem toegeschreven, waarvan wellicht de helft ook echt van zijn hand is en er 35 zijn bewaard (32 geheel, 3 gedeeltelijk). Ook fragmenten zijn overgeleverd. Slechts één van de 35, In Eratosthenem (Tegen Eratosthenes; = or. 12), heeft Lysias ook zelf uitgesproken. Op twee na zijn alle bewaarde redevoeringen gerechtsredes. We vermelden nog: In Agoratum (Tegen Agoratus; = or. 13), De caede Eratosthenis (Over de moord op Eratosthenes; = or. 1), In Simonem (Tegen Simon; = or. 3), over liefdes-affaires en de ermee verbonden betwistingen en verwondingen; Pro invalido (Voor een invalide; = or. 24), over het al dan niet terecht ontvangen van staatssteun door een gehandicapte; In Nicomachum (Tegen Nicomachus; = or. 30), over misbruiken door een ambtenaar. Of de rede op Eros in Plato's Phaedrus, die wordt voorgesteld als een produkt van Lysias, authentiek is dan wel van Plato's hand, blijft een open vraag. | |
[pagina 253]
| |
Vertaling van meerdere redes*Lusias, Pleidooien tegen Eratosthenes en tegen Agoratos, vertaald door G. Timmermans (Klass. Vert.), Antw. etc., Stand., 1946. - Herdr.: 1955 (herzien). *Lusias, Zes kleinere pleidooien (Klass. Vert.), vertaald door A. Van Bilsen, Antw. etc., Stand., 1949. - Or. 7, 16, 22-24, 32. *Sicking, Antieke pleidooien, I, 1969, p. 54-83. - Vert. van or. 12, 24 en 3. | |
Een integrale rede*Vóór 1924: W.A. Hirschig (1855: or. 1).
De caede Eratosthenis (= or. 1) *van Kassen (Martine), Man versus minnaar..., in: Herm., 64 (1992), p. 12-17. - Inl. en integrale vert.
Pro invalido (= or. 24) *van Deventer (Ch.M.), Redevoering van Lysias voor den gebrekkige, in: De Kunstwereld, 3 (1896), p. 3-5. *S[lijper] (E.), Voor den invalide, in: Herm., 9 (1936-1937), p. 114-118. *Lysias' XXIVste redevoering. Proefschrift... door Abel Gerrit Westerbrink, Gron.-Batavia, Wolters, 1940. - Op p. 12-25 tekst en vert. *Zie ook onder ‘Vertaling van meerdere redes’: Van Bilsen, Sicking. | |
Fragmenten*Ch.M. van Deventer (1894+) vertaalde, behalve het hierboven vermelde, nog een aantal fragm.: *Stock, Antieke welsprekendheid, 1945, p. 138-161. - Bevat fragm., o.m. uit or. 12, 25 en 32. *Jong, Antieke welsprekendheid, 1949, p. 38-52. - Fragm. uit or. 12 en 24 (bijna volledig). |
|