Nieuw liedboek genaemt den vrolyken speelwagen
(ca. 1720)–Jacobus de Ruyter– AuteursrechtvrijOp de wijse, Geeft my te drincken na mijnen dorst. ofte wel: van den Propheet Job.
KOmt hier Ionck-vrouwen altemael,
Die hier soo gheestigh Domineren,
Die volght de mode principael,
Met alderhande zijde kleeren,
Die halve daghen hun palleren,
En steunen op de schoonigheyt,
Peyst ghy de doodt eens moet passeren,
Daerom leyt af de ydelheyt.
1. Ionck-vrouw die naer de Muskens rieckt,
Die voor den Spieghel staet geheel uren,
Die u hayr poeyert, lickt, en strijckt,
Vw' kaecken verft root van Couleure,
Peyst dat dit niet sal blijven dueren,
Want de schoonheydt als roock vergaet,
Wilt uwe boosheydt dogh betreuren,
Weet uwen tijdt noyt stil en staet.
2. Uw' aenschijn Alabasten wit,
Ionck-vrouwen wilt u niet berouwen,
| |
[pagina 12]
| |
Maer op een vermilioentien sit,
En dan veel swarte moeskjens komen,
Veel schoonder als de schoonste blommen,
Met twee Corale lipkens root,
Die schoonheyt wort haest wegh genomen,
Van daeghe fris en morghen doodt.
3 Waerom hebt ghy soo hoogen moet,
Waerom wilt ghy u vleesch blancketten,
Peyst liever op het eewigh goet,
Wilt al de Ydelheyt versetten,
Betrouw op Godt en hout sijn wetten,
Steunt oogh op uwe schoonheyt niet,
Wilt op den korten tijdt eens letten,
Die is voor by eer ghy-se siet.
4 De schoonheyt is soo broos als glas,
De schoonheyt siet-men haest verdwijnen,
Dat ider wilt wat schoonheyt was,
Niemant en sou schoon willen schijnen,
Nochtans tracht-men om schoon te zijn,
't welck niet en is als ydelheyt,
En menigh Vrouw persoon certeyne,
Verliest daer door haer saligheyt.
5 'k Bid u veracht dien schoonen glans,
Ghedenckt dog menschen eens te sterven,
Wie ghy zijt Vrouwen ofte mans,
Peyst dat u vleesch eens moet bederven,
Daerom wilt u hier van versterven,
Neemt waer den kosteijcken tijdt,
Soo sult ghy al den Hemel erven,
Met Godt voor eewigh zijn verblijdt.
Hier schoon te zijn, en is maer schyn.
't Is hier med' al ghenoegh gheseyt,
Elck wacht hem voor Hooveerdigheyt,
Want soo die pest de ziel of wel het hert besmet.
't Is seker dat sy die doet vinden duyvels net.
|
|