De gedichten van Anthonis de Roovere
(1955)–Anthonis de Roovere– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 391]
| |
[pagina 392]
| |
Ga naar margenoot+RefereynOch Godt // wat lot // is my gheuallenGa naar voetnoot1
Dat ick // een stick // dus moet met allenGa naar voetnoot2
Deruen die ick oydt liefst aensach
By haer // voorwaer // gheerne waer ick minlick
5[regelnummer]
Mijn herte // lijdt smerte // seere inlickGa naar voetnoot5
Ende langhe sal sonder verdrachGa naar voetnoot6
Ga naar margenoot+ Ten betert Godt / diet al vermach.
Al tooghen // mijn ooghen // blijden schijn
Mijn sinnen // ghewinnen // al lijdens pijn
10[regelnummer]
Wt swaer verlanghen / dits mijn gheclach
Haer deruen // doet steruen // sonder wonde
Hoe soudick // al woudick // teenigher stonde
Laten haers te doene ghewachGa naar voetnoot13
Ten betert Godt / diet al vermach.
15[regelnummer]
Och scheyden // met leyden // bedenck ick dyGa naar voetnoot15
Soe langher // soe strangher // valts du myGa naar voetnoot16
Dit dunckt my zijnde een hert ghelachGa naar voetnoot17
Waer by // heeft sy // my dus ghelatenGa naar voetnoot18
En can // aerm man // in gheender matenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Ghemercken / wat doet op eenen dachGa naar voetnoot20
Ten betert Godt diet al vermach.
Princhelijck Vrouken // mijn trouken // achGa naar voetnoot22
Plaecht // onversaecht // mijn eyghen tzijneGa naar voetnoot23
Sonder trueren // veel uren // hadden vrolic bejachGa naar voetnoot24
25[regelnummer]
Maer ioleerden // bancketeerden // te biere te wijneGa naar voetnoot25
Hoet nv coempt / ware verloren pijneGa naar voetnoot26
Huer daer af te doene eenich gheurach
Want anders / en wordet te gheenen fijneGa naar voetnoot28
Ten betert Godt diet al vermach.
| |
[pagina 393]
| |
Ga naar margenoot+Amoureuse groetenisseIonstelijck groeten minnelijck voorschreuenGa naar voetnoot1
Aen v die zijt mijnder herten straelGa naar voetnoot2
Trueren werdt in mijn hert gheweuen
Ten sy v soete ionste reaelGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Bouen allen vrouwen principaelGa naar voetnoot5
Die nv inne der werelt leuen
Medecijne substanciaelGa naar voetnoot7
Ghy muecht mijnder herten ghesonde gheuen.Ga naar voetnoot8
Gheuen muechdy my ghesonde
10[regelnummer]
In allen vren in allen tijden
Och mocht ick leuen noch te stondeGa naar voetnoot11
Dat ghy ghaeft doch een verblijden
Ick soude te hueghelijcker lijdenGa naar voetnoot13
De sware quale die ick nv grondeGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Ende worpen altoos druck bezijden
In wat maertchen dat ickse vonde.Ga naar voetnoot16
Vonde ick noch dat ghy my ghaeft
Troost / daer ick in verblijden mochte
Mijn herte worde daer mede ghelaeft.
20[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Heere Godt soe leefdick in vruechden zochte
Ist anders oock in v ghedochteGa naar voetnoot21
Ten baedt my niet ghepijnt gheslaeft
Tware om niet al dat ick wrochte
Als een die verrotte willighen schaeft.
25[regelnummer]
Schaefdick der verrotter willighen troncken
Drooghe stof dat waere mijn loon
Is my v vrientschap oock ontsonckenGa naar voetnoot27
Soe moet ick volghen den seluen thoonGa naar voetnoot28
| |
[pagina 394]
| |
Noch soude ick hopen op een verschoonGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
En ware der valscher nijders vonckenGa naar voetnoot30
Die altoos pooghen om ghecroonGa naar voetnoot31
Te worpene / daer voortijdts vruechden cloncken.
Cloncken mijn woorden als vedel snaren
Lieuelijck / soete ten beghinne
35[regelnummer]
Soe ickse gheerne soude verclarenGa naar voetnoot35
By goeder rechter noyaelder minneGa naar voetnoot36
Al waerdy noch soe hert van sinne
V soude ontfermen mijn misbaren
Maer ruudtheyt / licht met my ten thinneGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
Dus moet ic leyder vruechden sparen.Ga naar voetnoot40
Sparen moet ick der vruechden rijsenGa naar voetnoot41
Die seer wanckele in my bloeyen
Ten sy dat ghy my wilt bewijsen
Dat uwe sinnen te mijwaerts vloeyen
45[regelnummer]
Secretelijck sonder yemants moeyenGa naar voetnoot45
Der wroeghers heb ick groot afgrijsenGa naar voetnoot46
Of zijder quaet cruydt daden tusschen groeyenGa naar voetnoot47
Waer by coude van liefde in v mocht rijsen.
Ga naar margenoot+Rijsen moet ick als Liebaert snelGa naar voetnoot49
50[regelnummer]
Om dat wy als nv moeten scheyden
Vol lijdens ben ick en swaer ghequel
En suchten sal voortaen in my spreyden
Rouwelijck wil ick my seluen cleedenGa naar voetnoot53
Eens ter vruechden borch wordt mijn voortstelGa naar voetnoot49-54Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Hope heeft my soe in huer beleydenGa naar voetnoot55
Adieu schoon Lief vaert eewich wel.
| |
[pagina 395]
| |
Ga naar margenoot+Refereyn amoureuxMyn herte niet el dan druck besluytGa naar voetnoot1
Ick vinde my seluen al swaer beduchtGa naar voetnoot2
Ick haecke tot den wint wordt zuydt
Want mijn lieffelijck lief reedt derwaerts wt
5[regelnummer]
Dus coempt van daer den zoeten lucht
Mijn ooghen staen naer der coempste ter vluchtGa naar voetnoot6
En segghe dit woordt van wijlen eerGa naar voetnoot7
Daer lief daer ooghe / daer handt daer seer.Ga naar voetnoot8
O zuyderste lucht die my beraeytGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Mijnen boesem ontdoe ick soe ick best mach
Mijn hertken is soe vele te bat ghepaeyt
Dat ick metten winde mach zijn bewaeytGa naar voetnoot12
Hy coempt van daer ick hem rijden sach
Al ist van trooste een cleyn beiachGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Tghesichte neempt derwaerts zijnen keer
Daer lief daer ooghe / daer handt daer seer.
Ick vanghe den windt / ick en hebs niet elGa naar voetnoot17
Tconfoort is cleyne dat ick hier schouwe
Maer men pleech te segghene in een spelGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Een luttelken helpt den lecker welGa naar voetnoot20
Ga naar margenoot+ Diet nauwe staet / die nemet nauweGa naar voetnoot21
Dus stae ick als een bedruckte vrauwe
En haecke / ken wiste wat segghen meer
Daer lief daer ooghe / daer handt daer seer.
| |
[pagina 396]
| |
25[regelnummer]
Princhelijck Lief diemen in eeren noomt
Daer ick eens sdaechs nae te siene pooghe
Maer tis een saecke die luttel vroomtGa naar voetnoot27
Te siene nae eene die niet en coomt
Dus seg ick als die tlijden doogheGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Daer handt daer seer / daer lief daer ooghe.
| |
Ga naar margenoot+BaladeSulck mint dat hem is onghereedtGa naar voetnoot1
Hy waent dat hy haer herte weetGa naar voetnoot2
Als sy hem toocht een schoon ghelaet
Hoe wel dat cranck is zijn beleedtGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Hy maeckt hem seluen alsoe breedtGa naar voetnoot5
Oft al ware edele dat hem bestaetGa naar voetnoot6
Ga naar margenoot+ De quade mare die van hem ghaetGa naar voetnoot7
Belet zijn houwelijck dach ende nachtGa naar voetnoot7-8
Nochtans sy zijns gheen ghade en slaedtGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Sulck ketelt hem seluen dat hy lacht.Ga naar voetnoot10
Mach hy sneuen aen haer cleedtGa naar voetnoot11
Hy sal doen sulck een bescheedt
Van Roemene / daer noydt af was de daet
Al waent hy lief zijn hy is leedtGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Hy blaest datse hem noydt af en sneedtGa naar voetnoot15
Haer selfs en weet sy gheenen raedtGa naar voetnoot16
Al bloeyde in haer eens anders saet
.............
.............
20[regelnummer]
.............Ga naar voetnoot18-20
| |
[pagina 397]
| |
Als op haer is verweckt zijn sweedtGa naar voetnoot21
Sy en can ghesien soe stuer noch soe wreedtGa naar voetnoot22
Sy en is zijnder herten toeuerlaatGa naar voetnoot23
Hoe seere sy voormaels wte smeetGa naar voetnoot24
25[regelnummer]
Hy sal volcomen haer beheetGa naar voetnoot25
Toocht sy hem ionste sonder haetGa naar voetnoot26
Al is haer meynen loos ende quaet
Haer minne blijft zijnder sinnen pachtGa naar voetnoot28
Als waeniewaers spint hy broosch draetGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Hy denckt nochtans dat sy hem acht
Sulck ketelt hem seluen dat hy lacht.
Prinche.
Sulck houdt hem zijnde dliefste dreetGa naar voetnoot32
In gheender manieren van haer gheveetGa naar voetnoot33
Ende dat hy is vander eerster drachtGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
Sulck seer hoouaerdich zijnen steert wt spreet
Sulck ketelt hem seluen dat hy lacht.
| |
Ga naar margenoot+Sotte amoureusheyt.Ga naar voetnoot*Ick heete Pantken / mijn lief PampoesekenGa naar voetnoot1
Dat gheerne een croeseken
Licht met vruechden daert niet en gheeftGa naar voetnoot3
Ghy en saecht ten daghen noyt blijder droeseken /Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Alst appelmoeseken
Sijn buycxken al vol gheten heeftGa naar voetnoot6
| |
[pagina 398]
| |
Ick mindse soe dat mijn herte beeft
Godt wilse vercnapenGa naar voetnoot8
Want alle de sorghe die in haer cleeftGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Dats eten en slapen
(Men schreue niet in ses vellen van schapen)Ga naar voetnoot11
Als ick haer wille een pintken schincken
Hoe vriendelijck dat haer ooghskens pincken.
Tis in mijn herte een dyamantken
15[regelnummer]
Ende huer callantkenGa naar voetnoot15
Ben ick eenpaerlijck sonder vercoelenGa naar voetnoot16
Als ick met haer drincke een quantkenGa naar voetnoot17
Godt loondtse PantkenGa naar voetnoot18
Seydt sy gheringhe / dats blijde gheuoelenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Pampoeseken seg ick voor al mijn boelenGa naar voetnoot20
Hebtstu proper sedeGa naar voetnoot21
Dan seegtse Pantken / laet staen dijn loelenGa naar voetnoot22
Du foolster medeGa naar voetnoot23
Dan lachtse met rechter minnelijckhede
25[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Men soudes nemmermeer voldincken
Hoe vriendelijck dat haer ooghskens pincken.
Sy gaet met eenen bruynen CoocxkeneGa naar voetnoot27
Ende vanden RoocxkeneGa naar voetnoot28
Soe zijn haer handekens peper wit
30[regelnummer]
Haer mondeken dat rieckt vanden loocxkene
Van haren ghesproocxkeneGa naar voetnoot31
Soe is ontsteken mijnre herten pit
Waer Paesschen hier door minnen verhitGa naar voetnoot33
Wy houweden ghereedtGa naar voetnoot34
| |
[pagina 399]
| |
35[regelnummer]
Ende als ick haer wille verclaren dit
Lachtse duymen breedt
Hy en leeft niet die ten vollen weet
Als ick segghe Pampoeseken ghaen wy drinckenGa naar voetnoot38
Hoe vriendelijck dat haer ooghskens quincken.Ga naar voetnoot39
Prinche.
40[regelnummer]
Ghelijcke treckt tot ghelijcken
Natuere can selden haer helden minckenGa naar voetnoot41
Ick en liete v nemmermeer vol gheblijcken
Hoe vriendelijckdat haer ooghskens quincken.
| |
Ga naar margenoot+Refereyn int zotteEen gaey // wel fraey // nisch frisch ioncwijuekenGa naar voetnoot1
Ghewrocht // gecnocht // wel gent int lijuekenGa naar voetnoot2
Quam laesten // met haesten // ghegaen om wijn
Een Rutere // een clutere // wel vroom int stijuekenGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Sprack tot haer // voorwaer // waert v gherijuekenGa naar voetnoot5
Een stick // soe wild ick // wel by v zijnGa naar voetnoot6
Dat quick // sprack click // wa ghy cockijnGa naar voetnoot7
Laet wesen // van desen // meet vol mijn maetkenGa naar voetnoot8
Hy stacxse // doen sprackse // v boor is fijn
10[regelnummer]
Ghemaeckt // gheraeckt // soe hebdijt gaetkenGa naar voetnoot10
| |
[pagina 400]
| |
Het liep // doen riep // dat vroulijck vaetken
Ach smul // meet vul // wat cost ick cooptGa naar voetnoot12
Al hortet // al stortet // mijn liefste sauernaetkenGa naar voetnoot13
Gheen maetken vol voor douer loopt.
15[regelnummer]
Hoe gaet // hoe staet // sprack dat calantkenGa naar voetnoot15
Dat dier // sprack fier // boort noch aen tcantkenGa naar voetnoot16
O manneken // mijn canneken wilt vol meten
Ga naar margenoot+ Ick en mach // o wach // ay vuyl plauantkenGa naar voetnoot18
Verstaeft // verslaeft // sluts als een wantkenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Cockijnken // u wijnken // is al versletenGa naar voetnoot20
Hoe tdoomken // of roomken // hem sy ontsetenGa naar voetnoot21
Sprack hy // tis vry // noch goedt van smakenGa naar voetnoot22
Dat lack // dier sprack // dat moet ick wetenGa naar voetnoot23
Het coelt // het spoelt // soe wel die caecken
25[regelnummer]
Hy schreyde // sy seyde // wat gaen wy makenGa naar voetnoot25
Flauwaert // blauwaert // zijdy ontcnooptGa naar voetnoot26
Eest niet // vol siet // noch meer salt lakenGa naar voetnoot27
Gheen maetken vol voort ouerloopt.
| |
[pagina 401]
| |
Hy lutste // hy clutste // noch wat aent bommeken /Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Sy creuelde // hy steuelde // sy speelden mommeken /Ga naar voetnoot30
Hy greepse // doen peepse // recht als een gans
Int donckere // den Jonckere // wijsde zy tblommekenGa naar voetnoot32
Hy dancktese // doen janctese // rechts als een stommeken
Hy swichte // sy lichte // tvat stappansGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
Hy duchte // sy suchte // en sprack och hansGa naar voetnoot35
Al leket // versteket // doch nederwaertGa naar voetnoot36
Ghy sult // ghevult // noch vinden bijcans
Mijn cruycxken // o buycxken // den wijn niet spaertGa naar voetnoot38
Want minlick // versinlick // verstaet den aertGa naar voetnoot39
40[regelnummer]
Haeltmet // betaeltmet // ghedout ghehooptGa naar voetnoot40
Dus meet my // soe weet ghy // waer hy bevaertGa naar voetnoot41
Gheen maetken vol voort ouerloopt.
Prinche.
Tvrouken vroylick // frisch moylick // was poylickGa naar voetnoot43
Den wijn // die fijn // daer werdt ghestooptGa naar voetnoot44
45[regelnummer]
Godt danck // sy dranck // en sanck seer vroylick
En sprack reyn // greyn // mijn roostken drooptGa naar voetnoot46
Gheen maetken vol voort ouerloopt.
| |
[pagina 402]
| |
Ga naar margenoot+Refereyn int zotteEen nauwe Maechdeken plach inde somereGa naar voetnoot1
Voor sinte Christoffels met zeepe te sitteneGa naar voetnoot2
Haer vryer die was Joseph de droomere
Maer hy viel te flau haer te verhittene
5[regelnummer]
Want om haer landeken omme te spittene
Was haer van noode een wijder spade
Aldus soe pijndese haer te vitteneGa naar voetnoot7
Hoe sy haer pluenis quijte dade
Dies vandt zy eenen tot hueren radeGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Want zijn aenschijn stont op tscreepeGa naar voetnoot10
Segghende / als zijns hebbende zadeGa naar voetnoot11
Ey Leckaert hoe gheerne eedtse zeepeGa naar voetnoot12
En doe seydt hy / ic en achts een hosekenGa naar voetnoot13
Zeepe tetene zijn vuyle manieren
15[regelnummer]
Mettien hadse een galeyers dosekenGa naar voetnoot15
Vol zeepen / becleedt met lauwerieren
Sy sprack / Lief wilt nv vruecht hanthieren
Eedt hier af / eert al gaet te quisteGa naar voetnoot18
Doen greep hy tdoseken in een verfierenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Peysende / het waer quaet dat hijt miste
Hy babbelde / niet wetende vanden listeGa naar voetnoot21
Sy loech hem hebbende binnen den reepeGa naar voetnoot22
Ende seyde / als die de loosheydt wiste
Ey Leckaert hoe gheerne eedtse zeepe.
25[regelnummer]
Noch seydt hy ick en doe / al zijt ghi my geckende
Maer dit doseken heeft wat anders in
Al sprekende wordt hy schuymbeckende
Ghelijck een zueghe meer noch min
Hy spooch / hy blies / doe loech haer sinGa naar voetnoot29
| |
[pagina 403]
| |
30[regelnummer]
Wetende ick hebben nv int streck
Ende om meer lachens doen beghin
Stackse hem een coecxken inden beck
Van spaenscher zeepe / twas al te gheck
Hy swalcht voor caes / twas vander leepe
35[regelnummer]
Hy walchde / ende sy dede een ontdeck
Ey Leckaert hoe gheerne eedtse zeepe.
Prinche als vroukens haer vrijers moede zijn
Sy messense met eenen loosen greepe
Ga naar margenoot+ En segghen wantse noch onder de roede zijn
40[regelnummer]
Ey Leckaert hoe gheerne eedtse zeepe.
| |
Ga naar margenoot+Refereyn int sotteHoort ghi gelubecte van hoofde nisscherkensGa naar voetnoot1
Die ghister een buyle vielt en heden een gat
Sint Talpins ongheluckighe visscherkensGa naar voetnoot3
Ga naar margenoot+ Der pijnen ghewoone / ende tetene half sadt
5[regelnummer]
Waghenaers die dickent maken haer badtGa naar voetnoot5
In diepe straten met laste versteltGa naar voetnoot6
Ian tachter kinders al bachten natGa naar voetnoot7
Mishoude ter eerster missen ghemeltGa naar voetnoot8
Die anderen menighen trap onteltGa naar voetnoot9
| |
[pagina 404]
| |
10[regelnummer]
Quaetslaghers die altoos hebben den tuckGa naar voetnoot10
Rompelborsen / ghildebroers qualijck int gheldtGa naar voetnoot11
Sulck als ick ben maeckt plaetse en veldtGa naar voetnoot12
Staet betacht men saeydter gheluck.Ga naar voetnoot13
Hoordt oock nv alle ghy venus dreetkensGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Die vingherkens dout of int oorken ruyntGa naar voetnoot15
Ende susterkens / die matten doen metten geetkens /Ga naar voetnoot16
Tsauonts onder de crane alst weder bruyntGa naar voetnoot17
Wiens capellanen zijn meest voor knyen gecruynt /Ga naar voetnoot18
Oude cordewaghencruyers ende sackdraghersGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Wiens habijten met lappen meest zijn doorthuyntGa naar voetnoot20
Voort gheborsten volders ende hase IaghersGa naar voetnoot21
Hanghemans / hondtslaghers / Cafcoenvaghers /Ga naar voetnoot22
En Suypers ghewuene te lijdene druck
Cruepele / blinde / steinders ende claghers
25[regelnummer]
Makelghen / potspinneghen ende cantknaghersGa naar voetnoot25
Staet betacht men saeydter gheluck.
Hoort Canonicken van sinte Cristoffels oordeneGa naar voetnoot27
| |
[pagina 405]
| |
En ghasthuys muyters qualijck inde pluymenGa naar voetnoot28
Die doxel fremeneuren pleghen te vermoordene /Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Sonder wet oft vonnisse tusschen den duymen
En quadebeleyders die anderen tlandt doen ruymen /Ga naar voetnoot31
Die in hueren voedt / eer vinden eenen doren
Dan nobels inde borse / by costuymenGa naar voetnoot33
Ga naar margenoot+ En weeldekens die aten haer wittenbroodt vorenGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
Roemers van vrouwen / wreedt versworenGa naar voetnoot35
Stinckende voor vrou Venus als den buckGa naar voetnoot36
Cappoenders teender oude placke weerdich geborenGa naar voetnoot37
Men seydt ons aldus al hebben wijs thorenGa naar voetnoot38
Staet betacht men saeydter gheluck.
Prinche.
40[regelnummer]
Dits al volcxken van cleynen proffijte
Verslaghers die stelen menighen huckGa naar voetnoot41
Schoelien / bradende den harinck om de kijteGa naar voetnoot42
Hier te ghapene baedt niet een mijte,
Staet betacht men saeydter gheluck.
|
|