Huys-gesangen
(1658)–Franciscus Ridderus– Auteursrechtvrij
[pagina 26]
| |
Stemme: psalm 6. Wilt my niet straffen Heere?1.
OP sonden volgen plagen,
Dan wort een Landt geslagen
Met 'tdroevigh oorloghs wee.
Met honghersnoot en dierte:
Met pest en ongedierte:
Met schaersheyt in de zee.
2.
Ondanckbaerheyt, verachtingh
Van 'twoort: en oock kleynachtingh
Van Gods dienst en zijn wet:
Afgodery en vloucken,
Sijn oorsaeck van die vloucken:
Wie ist die daer op let?
3.
De hovaerdy in kleedingh:
Der weduwen beleedingh
Wellust en overdaedt:
Die baeren dit bederven,
Daer mensch en beest om sterven:
Soo dat alles vergaet.
4.
Doch eermen gaet verlooren,
Soo waerschouwt Godt te vooren
Door 'twoort en minder slagh.
Geluckigh Landt en Steden!
Die sigh met Godt bevreeden
Eer komt de quaetste dagh.
|
|