Huys-gesangen
(1658)–Franciscus Ridderus– Auteursrechtvrij
[pagina 15]
| |
Stemme: De thien Geboden : Heft op u Hert &c.1.
HEft op, Heer, 'thert; opent mijn ooren,
Die doof zijn, en traegh in't verstant
Geeft my 'tgeloof der uytverkooren,
Bewerkt my door u eygen handt.
2.
'kSouck geen geloof tot eenigh teecken:
Oock niet, 'tgeloof dat u maer kendt:
Een tijd geloof kan mijn gebreecken
Niet helpen : 'tduert niet tot den endt.
3.
Geeft my een oogh, dat u recht kennet:
Geeft my een hert dat u vertrouwt!
En dat sigh staegh aen u gewennet.
Soo wert ick op u Soon gebouwt.
4.
Maeckt dat ick alle u beloften,
Als eyge voor my grijpe aen,
Opt bloedt dat Joodsche Priesters koften,
Dan kan het my noyt qualijck gaen.
5.
Schoon dat de Duyvels my bevochten,
En 'tvleesch my socht te wederstaen,
Op datse my een af-val brochten:
Ick kan dan eeuwiglijk vast staen.
|
|