Dagelyckse huys-catechisatie(1700)–Franciscus Ridderus– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Avond-gesang op de elfde dag van de maend. Stemme: Psal. 8. O onse God en Heer, &c. 1. ALs David oud was, en nu zat van dagen, So sogt Adonia de Kroon te dragen, Maer Salomon, door Natans wijs beleyd, Is tot de Kroon na Gihon heen geleyd. 2. Hy koos van God de wijsheyd voor veel goed'ren: 't Bleek, als hy stilde twee Hoeren gemoed'ren, In 't eerste Regt: straks was de Tempel-bouw Gereed, en doe trad hy ook tot de trouw. 3. De grote Vorst bragt vrede in de Landen: Gods Volk had in die tijd nergens Vyanden, De koop-handel had gang in overvloed: De Huysen waren vol allerley goed. 4. De Zuyder Koningin quam aen seer pragtig, En vond 't gerugt van Salomon waeragtig. De grote Vorst viel in sijn Ouderdom, Tot dienst van 't afgodische Heydendom. 5. De straf was reed', sijn Rijk wierd straks bestreden, En na sijn dood had 't Rijk meer tegenheden: De twaelf stammen scheurden gansch van een, Jerobeam ging 'er met thiene heen. 6. Hy scheurde ook de Gods-dienst van Israel, Door Kalveren te Dan, en ook te Bethel: De Man Gods dreygt hem straf uyt Godes mond, Hy greep na hem, sijn arm verdord' terstond. Vorige Volgende