Gezangen ter viering van het pinksterfeest
(1799)–Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 14]
| |
Zesde gezang.Choorzang.
Eerste Choor.
Laaten wij, volvrolijk zingen,
God ter eer, met hart en mond; -
Tweede Choor.
Voor zo veele Zegeningen,
Van het eeuwig Kruisverbond.
Beide de Chooren.
Laaten we ook een danklied wijden,
Jezus, - die ons 't leven geeft,
Eerste Choor.
En, door zijn volwichtig lijden,
Ons den Geest verworven heeft,
Beide de Chooren.
En, door zijn volwichtig lijden,
Ons den Geest verworven heeft.{problem}Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 15]
| |
Jezus! - Leer ons voor U wand'len,
Als geheiligd door Uw Geest: -
Naar Uw wil altoos te hand'len,
U te volgen, onbevreest.
Maak ons nedrig en bedachtzaam,
Steeds gevoelig nimmer wreed,
Medelijdend en behulpzaam,
En tot weldoen haast gereed,
Nooit wangunstig, nimmer nijdig,
Niet verachtend, noch verstoord,
Nooit met deugd en Godsdienst strijdig,
Vredelievend, zo 't behoord.
Steeds gereed om te vergeeven,
En, van snoô verdenken vrij,
Altoos vergenoegt te leven,
In de gantsche Maatschappij.
Leer ons deeze zaal'ge plichten,
Steeds betrachten, U ter eer; -
Ons gedrag altoos te richten,
Naar Uwe Euängelie - leer.
Stuur gij zelfs dan onze schreden,
Door uw Geest, getroost, met vreugd; -
Vorm ons hart, reeds hier beneden,
Door 't Geloof, tot waare deugd.
| |
[pagina 16]
| |
Jezus! rots van ons vertrouwen,
Berg ons in uw Liefde-schoot; -
Leer ons, steeds op U te bouwen,
Blijf ons bij, tot in den dood; -
Ach! laat ons uw Geest bestraalen,
Tot versterking van 't gemoed; -
Troostrijk in ons harte daalen,
En verwarmen, door zijn gloed.
|
|