Speceryen-geur, ofte Eene verzaameling van uitmuntende gezangen(1735)–J. G., A. de R.– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Nederdaling des gemoeds. I. Hoe wonder snel vliegt onze tyd! Haast is men jeugd en krachten kwyt. Wel hem, die God voor oogen heeft; En steeds zo leeft, Dat 't hert niet aan de Waereld kleeft! II. Gy kent, Heer, en doorgrond myn hert; Gy weet, hoe my myn traagheid smert: Geef, dat uw Wysheid my verzel; Dat ik recht tel De dagen van myn krank gestel. III. De schemeravond nadert vast; Ach! dat de nacht my niet verrast! Wyk, Jezus, wyk nooit van myn zy': Maar blyf my by; Dat ik my steeds met U verbly'! Vorige Volgende