De standvastige liefde van Victor en Colette, nieuw minnelied
(ca. 1800)–D. Porcelijn– Auteursrechtvrij
[pagina 1]
| |
[pagina 2]
| |
Die zig met u, die zig met u,
Zoekt te vermaken,
Myn blakend hart dat zweert u trouw,
En zal u nimmer weer verlaten,
Hergeev my u, hergeev my u,
Maar slechts tot vrouw; (2)
Ik zweer ik zal u nimmer haten,
U nimmer haten.
2.
Herdenk de dagen die wy reeds,
In onze jeugd te zamen waren,
En ons elkaar omhelsde steeds,
By 't klinken der, by 't klinken der:
Vergulde snaren,
Ja door uw streelend liefgeluid,
Liet zig myn hart gestaag verzellen,
Herdenk die tyd, herdenk die tyd,
Myn lieve Bruid; (2)
En houd dan op my meer te kwellen,
My meer te kwellen.
3.
Ik kwel u niet myn Victor zoet,
Wilt op myn maar vertrouwen,
Want gy zyt slechts myn hoogste goed,
Als ik als ik maar op uw wedermin,
Kan bouwen;
Dan is ons lot my wel bewust,
Dat ons slechts Gods besluit wil geven,
Om door den Echt, (2)
Dan zeer gerust;
Als man en vrouw te zaam te leven,
Te zaam te leven.
| |
[pagina 3]
| |
4.
Gerust te leven is myn doel,
Laat ons verg'noegd te zaam vereenen,
Want ik voorzeg door teer gevoel,
Dat God ons zal geluk,
Geluk verleenen;
Ja zyn besluit is altyd goed,
Wy zyn verplicht hem steeds te loven,
Want als een Echt, want als een echt,
Geschieden moet;
Komt het besluit (2)
Van God hier boven,
Van God hier boven.
5.
Maak nu het Bruilofs-Feest maar klaar,
Door het geschal van de trompetten,
Verkondig aan het jonge paar,
Door de bazuin, door de bazuin,
De huw'lyks wetten;
Daar is geen g[rooter] vreugd op aard,
Als in den echt [te z]aam te leven,
Al wat God schiep, al wat God schiep,
Moet zyn gepaard. (2)
Ja dat staat in, ja dat staat in,
De wet geschreven,
De wet geschreven.
Word Gezongen en Verkogt door JAN BOORMEESTER. |
|