Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– Auteursrechtvrij
[pagina 230]
| |
Wijse: In 't midden van de koude nachten. De noten, 3. sondagh in den Vasten.
EN wilt na d' Aensicht niet vonnissen,
Soo Christus selve seght. Ga naar voetnoot+
Wilt ghy niet in u oordeel missen,
Oordeelt dat is oprecht.
"d' Oogh, Voorhooft, 't Aengesicht,
"Zijn seer licht
"Aenleyders tot het liegen.
"Wijs sijn, die door haer sinnen tocht
"Noyt tot 't Oordeel treden:
"Maer de saeck eerst wel ondersocht,
"Volgen 't licht der reden
"Die hier rechtveerdigh oordeel geeft,
"Namaels leeft // In vreden.
Wijs
Wee dan 't Joodts Oordeel van den Heere:
Dat hy noyt hadd' geleert: Ga naar voetnoot+
En dat hy, tegen Moysis Leere, Ga naar voetnoot+
Den Sabbath-dagh onteert: Ga naar voetnoot+
Om dat, hy had, alsdan // Eenen Man
Van Gichtigheyt genesen.
Wijs is, die niet licht oordeelt hier Ga naar voetnoot+
Ander mans manieren
Wijs zijn, die,door Godts liefden-vyer,
d' Heylige dagen vieren.
Wie soo wel doet, is Christi vrient,
Hy verdient Laurieren.
Wijs
Wilt ghy dan zijn voor Godt gepresen,
| |
[pagina 231]
| |
't Lichtveerdigh oordeel leght.
"Die niet geoordeelt en wilt wesen, Ga naar voetnoot+
"Oordeel niet yemants knecht: Ga naar voetnoot+
"Hy staet, of gaet, of valt // Of hy malt,
"Sijn Heer komt toe het oordeel.
"Wijs is, die op sijn selven let:
"Laet elck gaen sijn wegen.
"Prijs heeft, die d' andre in 't gebedt
"Draeght op 's hemels zegen,
"Hem sal sijn Liefde, als hy gaet,
"Voor Godts Raedt // Verdegen.
Wijs
|