Evangelische leeuwerck
(1682)–Christianus de Placker– AuteursrechtvrijWijse: Bemint, en soeckt de salige deught. Noten 1. Sondag na 3. Koningen.
GHy, die bemindt de deugdelickheyt,
Van Jesu Christo leerdt:
Hoe by u de ootmoedelickheyt
Moet zijn in groot' eer-weerd'.
| |
[pagina 154]
| |
Zijt ghy (seght hy) genoodt te gast,
Op d'alder-leeghste plaetse past;
Zijt
Dat ghy allenghskens hooger op gaet,
Tot uwer eer seer groot,
Soo niemant daer, van meerderen staet,
Met u, en is genoodt:
Want anders ghy, tot uwer schand,
Weer schuyven moet ter leeger handt.
Want
Verleent, o Jesu, Meester, aen my
Uw' graci' ongemeen;
Dat ick magh schouwen de hoveerdy
Van dese Phariseen
En in u' Kercke zijn de minst;
Dat ick ten Hemel klim met winst.
En
|
|