Davids psalmen, nieuwlyx op rym-maat gestelt

[fol T9v]

Het gebed van onse Heere Jesus Christus.

1      O Vader, die in 't schoonste schoon,
Den Hemel uw verheven Throon,
Uw vaste woning hebt gestigt,
In 't ontoegankkelijke Licht:
Wil dog uw' oogen op ons slaan;
En hoor ons bidden gunstig aan!

2      Uw Naam, o Heere, werd' alom
Geheyligt! dat ook 't Heydendom
U, voor zijn God, alleen bely'
En t'uwen dienst geheyligt zy.
Op dat uws Godheyds Heerlijkheyd!
Door alle Landen, zy verbreyd.

3      Uw Koninkrijke koom met kragt;
En strek zijn heerschappy, en magt,
Wijd uyt, door waarheyds Leer, en geest;
Op dat elk mensche, die u vreest,
Hier krijg' de voorsmaak van uw erf,
Dat eeuwig vry is van verderf.

4      Uw wil, gegrond op billijkheen,
Verstrek op aarden yder een
De wet: die niemand wederstreev';
Daar elk zich willig onder geev':
Gelijk die steets, op uw gebied,
Volvaardig voor uw Throon geschied.

5      Ons noodig brood, voor elken dag,
't Welk 't Lichaam

[fol T10r]

 

 

niet ontberen mag,

 

Verleen ons, Heer; geef voor 't gemoed

 

Ook geestlijk voedsel; 't geen ons voed',

 

En sterk': op dat, hier door, ons hert

 

Tot uwen dienst bekragtigt werd',

 

 

 

6      De zonden op de Ziel gelaan,

 

Door 't pad uws woords niet in te gaan,

 

Vergeef ons, Vader, door 't verbond,

 

Op 't dierbaar bloed uw's Soons gegrond:

 

Gelijk wy met ontfermenis,

 

Vergeven dien ons schuldig is.

 

 

 

7      Laat ons ook, Heer, tot geener tijd

 

Vervallen, in zoo zwaren strijd,

 

Door Sathans list ons aangedaan,

 

Dat wy daar door te gronde gaan;

 

Of yets bedrijven, 't geen tot blaam

 

Kan strekken van Uw groote Naam.

 

 

 

8      Maar wil op onze zwakheid zien;

 

En ons uw troost en hulpe bien:

 

Wanneer dien boozen ons bespringt,

 

En met zijn helsche rot omringt.

 

Op dat wy, door uw hand gered,

 

Standvastig blijven by uw wet.

 

 

 

9      Al dit, o Vader, en veel meer,

 

Kont gy volbrengen, t' uwer eer;

 

Vermits het Koningkrijk, en magt,

 

En heerlijkheyd, in volle kragt,

 

By U blijft, tot in eeuwigheid:

 

Waar op ons hart dan Amen zeit.