Davids psalmen, nieuwlyx op rym-maat gestelt
(1685)–Dirk Rafaelsz. Camphuysen, Joachim Oudaen– Auteursrechtvrij
[fol N2v]
| |
Heer, die alles geeft;
Dient Hem met harten vol van vreugd,
Verkondigt nu sijn eer, en deugd.
2 Komt voor zijn aanschijn met gezank,
Met vrolijk Harp- en keel-geklank;
Erkent dat Hy, en niemand meer,
Uw God is, en uw Opperheer.
3 Want Hy, niet wy, heeft ons gemaakt
Zijn volk en schapen; hy bewaakt,
En leyd, en weyd ons: naakt met lof
De poorten van zijn heylig Hof.
4 Want God is goed, en vol van trouw,
Dat elk vast op zijn goedheyd bouw:
Die van geslachte, tot geslacht,
Geeft op het zaad der vromen acht.
|
|