Verzameld werk. Deel 1 + 2. Verzamelde gedichten
(1996)–Paul van Ostaijen– Auteursrechtelijk beschermd(Verzameld werk deel 1 + 2)
[pagina 79]
| |
Noceuraant.Het wordt reeds vroeg, want 't is zó laat;
Ik voel de nieuwe dageraad,
Die spreidt zo wit, zijn wit gelaat
Rein over de kille, stille straat.
Nu trilt en rilt er langs de lucht
Een witte zonnewiekenvlucht.
De huizen zijn een witte rij
Van maagden in hun bruidsgetij.
Kargeluid breekt scheurig de stilte
Gelijk de dageraad de kilte
Brak. 'n Klok werpt zilver uit een toren:
Een nieuwe morgen werd geboren.
Ik ben zo droef, omdat 'k geen jongen,
Herboren in de dageraad,
Ben. Een heertje, even beschonken,
Dat stilletjes naar huis toe gaat.
Ik heb de lange, lege nacht
Bij moeë meiden doorgebracht.
Weg met de nacht zijn al mijn lusten,
Heel de morgen door zal ik rusten.
Ik weet me zelf een triestig sinjeur,
Een pijnlik, armzalig poseur, -
'k Verborg mijn roze levenskleur
Onder een waas van witte geur. -
Door mijn venster
Tuimelt de dageraad
Een zonneglenster
Over mijn lusteloos gelaat.
|
|