Duco Perkens
Het roerend bezit, met tekeningen van Oscar Duboux.
Kwartier per dag, boekverluchting door Jozef Peeters. Uitg. De Driehoek.
Met het bijna gelijktijdig uitgeven van een kleine roman en een bundel ‘gedichten’ (dit zelfstandig naamwoord alleen kortheidshalve) debuteert Duco Perkens. Het romannetje heeft vele verdiensten. De gedichten zijn bijna zonder. Een veeleer instinktmatig dan wel bewust weten om wat een roman dient te zijn, leidt Het roerend bezit. Dit weten maakt gewoonlik met vrij grote zekerheid het onderscheid tussen de handeling en de psychologiese verklaring daarvan. Met beslistheid, zonder openingen, volgen de handelingen elkaar op. De psychologie wordt door deze opeenvolging zelve gegeven, niet door het inschuiven van verklaringen bij elke handeling (Proust). Dit is wat ik bedoel met de kennis van wat een roman dient te zijn: een ontwikkeling - of een gedeelte van een ontwikkeling - uit de specifieke opeenvolging van juist deze ontwikkeling zelve, te verklaren. Het instinktmatige weten om deze vereiste is groot bij Perkens. Niet een ogenblik blijkt deze kleine roman een novelle of een vertelling. Het is een zeldzame eigenschap bij een nederlands-schrijvend auteur.
Ik kan vermoeden dat Perkens door de herhaalde afwisseling van het komen-en-gaan-motief juist het aksent op de herhaling van deze handeling en haar psychiese waarde heeft willen leggen; dat hij tot deze herhaling dat wat courant een ‘verhouding’ heet herleidt. Of het technies krachtig is de held zo maar steeds heen en terug te doen gaan en deze afwisseling steeds te noteren, meen ik te mogen betwijfelen.
Daarbij is het, te pas, geestig geannoteerd.
Ook de gedichten zijn af en toe geestig, maar dit dan zeer te onpas. De dichter Duco Perkens bevindt zich in de lamentabele toestand van iemand die besloten heeft moderne gedichten te schrijven en nu met dit voornemen in de Groene Aap is gelogeerd. Waar wij tans naar een consolideren van het in een anarchisties elan veroverde zoeken, is het tragikomiese geval van het verlangen naar het uitzonderlike, van geen praemisse uit, nog interessant.
Het tegenovergestelde van hetgeen wij de biezonderste eigenschap van het romannetje noemden is bij deze gedichten waar te nemen. Hier is in de voorstelling soms wel een belangwekkende perspektieve, doch het instinktieve weten om de noodzakelikheden van de lyriek ondersteunt zo onvoldoende deze voorstelling dat er slechts voor zoekenden, - voor mensen die durchaus hoedanigheden in deze gedichten willen ontdekken - iets van te recht komt. Men zou kunnen konkluderen dat, met de voorstellingselementen van Kwartier per dag, die hier lyries slecht worden gebruikt, Duco Perkens met zijn instinktieve neiging daartoe een interessante roman had kunnen schrijven. Nu is het zo geworden dat ‘de zon die in een hoek ligt als een vergeten voetbal’ slechts op opstandige H.B.S.-scholieren de indruk van moderne lyriek kan maken.
De tekeningen van Duboux zeggen weinig. Een ekonomie trouwens; dan hoef je er niets over te zeggen.
De boekverluchting van Peeters is te prijzen, spijts een inniger verhouding tussen tekst en verluchting te wensen blijft.